Slechte leningen -leningen die vermoedelijk nooit zullen worden terugbetaald- worden doorgaans geassocieerd met Japan. Daar leenden de banken in de jaren tachtig voor miljarden uit aan ondernemingen totdat de zeepbeleconomie uit elkaar spatte. Tot op de dag van vandaag is dat probleem nog steeds niet opgelost.

In China weten ze er ook alles van. De slechte leningen hebben daar een totale waarde van 4,14 biljoen yuan (meer dan 500 miljard euro), aldus officiële mededelingen. In Japan gaat het ook om astromische bedragen, maar de omvang van de economie daar is een stuk groter dan die van China. Sommige analisten nemen de opgave van Peking met een korrel zout en menen dat de oninbare leningen veel groter van omvang zijn. Dat maakt de noodzaak om iets aan het probleem te doen alleen maar groter.

Het probleem gaat de hele Chinese economie aan. Bijna de helft van de slechte leningen is verstrekt door de vier grootste banken van China, die op hun beurt 56 procent van alle Chinese tegoeden in beheer hebben. Dit weerhoudt de banken er niet van nieuwe leningen uit te schrijven aan het bedrijfsleven. Vorige week hamerde de OESO (de denktank van de westerse industrielanden) op een voorzichtig beleid, om eventuele nieuwe slechte leningen in de bloeiende Chinese economie te voorkomen.

Qua bestuursstructuur zijn de vier grote banken hopeloos verouderd. Ze stammen nog uit de tijd dat de economie in China centraal werd geregeld. De schulden waarmee ze nu zijn opgezadeld stammen ook die periode, toen er geld werd geïnvesteerd in staatsondernemingen die nauwelijks rendabel waren te maken.

Maandag maakte China bekend dat de vier grootste banken een kapitaalinjectie tegemoet kunnen zien, zodat de gevolgen van de slechte leningen worden verminderd. Daarnaast zal de bestuursstructuur van de banken op de schop gaan. Verder kunnen buitenlandse banken in nog eens vier Chinese steden zakendoen in Chinese valuta. Een deel van de maatregelen is bedoeld om de WTO, de Wereldhandelsorganisatie, tegemoet te komen, waarvan China sinds twee jaar lid is.

De autoriteiten in Peking maakten verder bekend dat buitenlandse investeerders voortaan een belang van 20 procent kunnen nemen in Chinese financiële instellingen. Dat was 15 procent. De rol van buitenlandse banken in China stelt tot nu toe weinig voor. Ze hebben nog geen 1,5 procent van de Chinese tegoeden in beheer. Het percentage uitstaande leningen in buitenlandse valuta is wel wat hoger (13 procent).

De maatregelen werden maandag aangekondigd door de Chinese Commissie voor Regulering van de Banksector. Die werd eerder dit jaar opgericht omdat er grote behoefte was aan een onafhankelijk orgaan dat zich met de banken ging bemoeien. De commissie houdt zich onder meer bezig met toezicht, een taak die daarvoor nog was toebedeeld aan de Chinese centrale bank.