Oud-grootaandeelhouder Kerkorian eist miljard dollar van DaimlerChrysler
Kirk Kerkorian, voormalig grootaandeelhouder van het met Daimler-Benz gefuseerde Chrysler-concern, heeft maandag voor de rechtbank in het Amerikaanse Wilmington ruim 1 miljard dollar schadevergoeding geëist.
Volgens Kerkorian zijn hij en andere aandeelhouders misleid over de voorwaarden bij de fusie. Het autobedrijf had beweerd dat het zou gaan om een samenvoeging van twee gelijkwaardige ondernemingen, terwijl het volgens Kerkorian een overname door het Duitse autoconcern betrof.
De 86-jarige miljardair meent dan ook dat Daimler-Benz in 1998 een flinke premie had moeten betalen aan de aandeelhouders van de Amerikaanse autofabrikant. Kerkorian had een belang van 13,75 procent in Chrysler.
Bij het opstellen van de aanklacht was de voormalige grootaandeelhouder nog uitgegaan van een bedrag van 8 miljard dollar. Hij voert het proces via zijn investeringsmaatschappij Tracinda.
De advocaat van DaimlerChrysler, Michael Schell, noemt de beschuldigingen van Kerkorian „absolute onzin.” Hij zei dat het om een fusie in de ware zin van het woord is gegaan. Schell zou volgens de Duitse krant Handelsblatt wel een regeling met Kerkorian willen sluiten buiten de rechtszaal.
Eerder is het autoconcern een schikking overeengekomen van circa 300 miljoen dollar met aandeelhouders die zich misdeeld voelden. DaimlerChrysler benadrukte vorige week dat deze betaling geen schuldbekentenis is geweest.
Kerkorian kwam in het geweer na een interview van topman Jürgen Schrempp met de Britse zakenkrant Financial Times in 2000. Daarin had hij beweerd dat de fusie van meet af aan als overname was bedoeld.
Het proces zal nog wel enige tijd duren. Een uitspraak wordt niet voor komend voorjaar verwacht.