Heineken-ontvoering herleeft tijdens tour
Een beetje benauwd kijkt een deelneemster aan de ”Kidnap Tour” om zich heen in de muffe en vochtige cel waar Freddy Heineken en zijn chauffeur twintig jaar geleden vastzaten. „Ik zou helemaal gek worden als ik hier drie weken lang zou moeten zitten.”
Afgelopen zondag was het precies twintig jaar geleden dat Heineken en Ab Doderer door de politie werden gevonden in een loods in het Westelijk Havengebied in Amsterdam. Na drie bange weken van gijzeling konden ze weer gerust ademhalen. „Ze werden op middeleeuwse wijze vastgehouden”, beweert Sjerp Jaarsma, initiatiefnemer van de Kidnap Tour. „Met dikke kettingen vastgeketend en alleen een pyjama aan zaten ze afgezonderd in deze vochtige en donkere hokjes.” Hij staat in de deuropening van een van de cellen, terwijl enkele deelnemers van de tour de cellen van binnen bekijken.
Op 9 november ging de Kidnap Tour van start. „Ik liep al heel lang met het plan om iets met het meest geruchtmakende misdrijf van Nederland te doen. Toen de ontvoering in november 1983 plaatsvond, was ik kranten- en bladenjongen. Uit de kranten haalde ik niet zo veel, maar de bladen las ik altijd voordat ik ze rondbracht. Zodoende weet ik er veel van”, vertelt de energieke inwoner van de Friese plaats Balk.
Dat hij leuke anekdotes weet te vertellen over de ontvoering blijkt uit de woordenstroom die hij over de 45 deelnemers uitstort tijdens de rit door Amsterdam. Het eerste kwartier is het nog wat rumoerig in de bus, maar al snel wordt het stil. Jaarsma heeft de aandacht en houdt die de tweeënhalf uur durende tour vast. De ontvoering begint te leven.
De bijnamen van de vijf ontvoerders klinken regelmatig door de geluidsinstallatie van de bus. De Poes, Flipper, Stekel, de Neus en Remmetje; het worden personages die je zo in Amsterdam tegen zou kunnen komen.
Al staande op een bankje in een plantsoen in hartje Amsterdam wijst Jaarsma de deelnemers de plaatsen aan waar de ontvoerders zich hadden opgesteld, op 9 november 1983 omstreeks 19.00 uur. „Op de hoek stond er één, bij de tramhalte stond er één en op dit bankje waar ik nu op sta zaten er twee. Toen Heineken naar buiten kwam, sloten ze hem van drie kanten in, overmeesterden hem en sleepten hem in een busje.”
De belangstellenden volgen de vinger van Jaarsma en vormen zich in gedachten een beeld van hoe het was die avond. „Het was ongeveer net zo koud als nu”, doet de tourleider er nog een schepje bovenop.
Al rijdend en pratend bezoeken de gasten voor 17 euro per persoon de plaatsen die van belang waren bij de ontvoering en de gijzeling van de topman van Heineken en diens chauffeur. Bij de loods waar het tweetal verborgen werd gehouden, heeft Jaarsma een pauze ingelast. Aan de wanden hangen kranten uit 1983, waarin de ontvoering uitgebreid wordt beschreven. Ook de advertenties die een rol speelden bij de geldoverdracht worden gretig door de aanwezigen gelezen.
„Dat we de cellen in kunnen, is voor mij het hoogtepunt”, vertelt Perry Vrede (35). Samen met een kameraad geniet hij van de tour. „Het is het beste als je eerst het boek van Peter R. de Vries hebt gelezen. Dan ken je de feiten en leeft het nog meer.”
Vrede kwam een tijd geleden op hetzelfde idee als Jaarsma, hij zette alleen niet door. „Mijn vriend en ik zeiden tegen elkaar: „Eigenlijk moeten we iets doen met de ontvoering van Heineken. We huren een busje en rijden de route die de ontvoerders ook hebben gereden.” We namen onszelf echter niet serieus, maar je ziet dat het wel een goed idee was.”
Een kijkje nemen in de vochtige en muffe cellen waarin Heineken en Doderer vastzaten is voor Vrede een hele belevenis. „Ik kom uit Amsterdam, dus de tour op zich was niets nieuws voor mij. Maar het is fantastisch dat ik nu de loods en de cellen van binnen kan bekijken.”
Volgens Jaarsma komt er een gevarieerd publiek op de tour af. „Het zijn niet alleen misdaadfreaks. Ook mensen uit het onderwijs en politiemensen willen graag meer weten over de ontvoering.”
Misschien is het niet bewust, maar de tour lijkt van de ontvoerders een soort helden te maken. Dit komt onder andere door de aardig klinkende bijnamen die de criminelen droegen. Jaarsma kan het zich indenken: „Het is volstrekt niet mijn bedoeling om de vijf als helden af te schilderen. Dat het gebeurt kan ik me wel een beetje voorstellen. Er zitten soms figuren in de bus die zich aangetrokken voelen tot deze types.”
Dit laatste blijkt uit de reactie van een jongeman na de tour. „Ze hadden Remmetje er nooit bij moeten halen, dan was het allemaal gelukt. Dat weet ik zeker”, zegt hij vol vuur.
Ondanks de vaak positieve benadering van de criminelen laat Jaarsma duidelijk merken dat hij geen voorstander is van criminele acties. „Daarom rijden we op de terugweg van de loods naar de stad altijd langs de begraafplaats waar Cor van Hout ligt. Dit doe ik om te laten zien dat het slecht afloopt met criminelen. Van Hout is tot nu toe de enige ontvoerder die het leven heeft gelaten.”
Over de ander vier weet Jaarsma te vertellen dat ze weer in het criminele circuit zijn geraakt. Een rustig leven hebben ze echter niet. „Zo zie je maar, misdaad loont niet.”