Edese boa Anton mag handboeien gebruiken
EDE. Buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s) in dienst van gemeenten zijn allang niet meer de stadswachten van weleer. De gemeentelijk handhavers kampen nog wel met het verouderde imago van de starre, laagopgeleide controleur die op straat een oogje in het zeil hield.
Dat bleek onlangs uit onderzoek van de organisatie LokaleZaken en het onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap naar het dagelijks werk van boa’s van middelgrote en kleinere gemeenten. Handhavers in onder meer Apeldoorn, Ede, Capelle aan den IJssel en Zeist werden tijdens hun werk geobserveerd.
In de gemeente Ede valt het met dat imago wel mee. De gemeentelijke afdeling toezicht telt 25 medewerkers. Ede had al in de jaren 80 van de vorige eeuw speciale opsporingsambtenaren, de stadswachten.
„Het grote verschil met de oude stadswacht is dat wij wel degelijk bevoegdheden hebben”, zegt Anton Bos (27), vooral werkzaam in Ede-Zuid en sinds drie jaar een van de vijf jeugd-boa’s in de gemeente Ede. „Ik richt me vooral op jeugdgroepen in de wijk, maar als ik onderweg naar een hangplek een loslopende hond zie, of een parkeerovertreding, pak ik dat gewoon mee.”
Welke bevoegdheden heeft een boa van de gemeente Ede?
„Wij mogen verdachten aanhouden en boetes uitschrijven, of het nu om een foutgeparkeerde auto gaat, om hondenpoep of alcohol- of drugsgebruik op straat. Minderjarigen kunnen we doorverwijzen naar Bureau Halt voor een alternatieve straf.”
Zijn die bevoegdheden prettig?
„Zeker. Als ik iemand terechtwijs, kan ik daar ook consequenties aan verbinden. De stadswacht van vroeger kon dat niet. Als ik heb gewaarschuwd en duidelijk heb gesteld dat ik iets niet tolereer, zit daar ook een sanctie aan vast.”
En jongeren accepteren dat?
„Ze weten doorgaans wanneer het gevolgen voor hen heeft als ze niet doen wat ik zeg. Soms worden we getest. Jongeren zoeken ook de grenzen op. Die moeten we soms aangeven, in de vorm van een gesprek met de ouders, een waarschuwing of een boete. Overleg is echter vaak veel effectiever. Je kunt wel bekeuringen schrijven als er ergens overlast is, maar dat lost het probleem niet op. Als jeugd-boa’s zijn we een mooie aanvulling op enerzijds de politie, die de criminaliteit moet aanpakken, en anderzijds de jongerenwerkers, die zich bezighouden met preventie.”
Ede heeft de handhavers ook uitgerust met handboeien en wapenstok. „Die stok heb ik nog nooit gebruikt. De handboeien waren bij een paar aanhoudingen wel nodig. Boeien en wapenstok zijn essentieel om mijn werk uit te kunnen voeren, net als het bonnenboekje. Je loopt er niet mee te schermen, maar de jongeren zien dat ik handboeien op zak heb en ze beseffen dat die kunnen worden ingezet als ze te ver gaan. Niet voor het drinken van alcohol op straat, wel bij zwaardere feiten.”
