„Het gaat om ‘knowing and showing’. Bedrijven moeten weten waar ze het risico lopen mensenrechten te schenden en laten zien hoe ze deze risico’s minimaliseren. Tegelijkertijd verwachten bedrijven terecht dat de overheid zorgt voor duidelijke richtlijnen, een gelijk speelveld en nationale wetgeving die voldoet aan internationale normen”, aldus Ploumen.

Ondernemingen moeten als het om mensenrechten gaat, kijken naar de hele productieketen. Ze moeten volgens de minister van PvdA-huize niet alleen oog hebben voor hun eigen fabrieken, maar ook kijken hoe hun toeleveranciers omgaan met de mensenrechten.

Met een aantal sectoren met een grote kans op mensenrechtenschendingen wil Ploumen specifieke afspraken gaan maken. Het gaat dan bijvoorbeeld om kinderarbeid in de textielsector of stroombedrijven die kolen importeren uit Colombia waar de arbeidsomstandigheden in de mijnen zeer slecht zijn.

Nederland is na Groot-Brittannië het tweede land ter wereld dat met een nationaal actieplan komt. Volgens de minister voeren al „heel veel” Nederlandse bedrijven een goed beleid, maar „kan het altijd een stukje beter”. De overheid wil niet in zee met bedrijven die de mensenrechten niet respecteren.