Shariahof Pakistan wil dat op godslastering doodstraf volgt
ISLAMABAD. De federale shariarechtbank in Pakistan heeft begin deze maand bepaald dat de doodstraf de enige sanctie moet zijn na godslastering.
Als de president van Pakistan, Mamnoon Hussain, het wetsvoorstel goedkeurt, betekent dit een verdere verslechtering van de positie van christenen in het land.
Op dit moment krijgt het merendeel van de wegens blasfemie veroordeelden in Pakistan een levenslange gevangenisstraf. Een voorbeeld daarvan is de Pakistaanse vrouw Asia Bibi. Als de wet door de president wordt bekrachtigd staat ook hun de doodstraf te wachten.
Op het beledigen van de profeet Mohammed staat inmiddels al de doodstraf in het islamitische land.
De beschuldigingen van godslastering zijn vaak gericht tegen personen om zo wraak te nemen of met iemand af te rekenen. In het islamitische Pakistan zijn christenen op dit punt vaak het slachtoffer van extremistische moslims.
De beschuldiging van godslastering alleen al kan leiden tot de doodstraf. „De beslissing van het hof is slecht nieuws, niet alleen voor de veroordeelde christenen”, aldus Colin King, directeur van de Britse tak van de organisatie The Voice of the Martyrs op de website persecution.net. „Extremisten zullen de maatregel aangrijpen als een rechtvaardiging om ook mensen aan te vallen die niet veroordeeld zijn.”
Volgens de berichten moet de maatregel van het hof „binnen enkele maanden” worden ingevoerd. Als dat gebeurt, kunnen de veroordeelde christenen niet langer in hoger beroep gaan tegen hun veroordeling.
In Pakistan zitten veel christenen al jarenlang vast op verdenking van godslastering. Asia Bibi is een van de bekendste Pakistaanse christenen. Zij is de eerste christelijke vrouw die wegens blasfemie veroordeeld werd, hoewel ze blijft ontkennen dat ze daaraan schuldig is. De zaak-Bibi krijgt in het Westen veel aandacht.