Kerk & religie

Ds. Doedens promoveert op studie naar „zonen van God” in Genesis 6:1-4

KAMPEN. Gods zonen zagen dat de dochters van de mensen mooi waren en ze verwekten kinderen bij hen (Genesis 6:1-4). Maar wie worden er precies met die „zonen Gods” bedoeld? Ds. J. J. T. Doedens denkt aan hemelse wezens.

19 December 2013 09:00Gewijzigd op 15 November 2020 07:47
Ds. Doedens. Foto P. H. R. van Houwelingen
Ds. Doedens. Foto P. H. R. van Houwelingen

De eerste verzen van Genesis 6 hebben Bijbeluitleggers al heel wat hoofdbrekens gekost. De kanttekeningen bij de Staten­vertaling stellen ”Gods zonen” gelijk aan de nakomelingen van de „gelovige voorvaderen die de ware religie beleden.” Zij trouwden met de ongelovige nakomelingen van Kaïn.

In de studie ”The Sons of God in Genesis 6:1-4” onderzocht ds. Doedens, universitair docent aan de Gereformeerde Theologische Academie in Sárospatak (Hongarije), de betekenis en de functie van deze geschiedenis. De gereformeerd vrijgemaakte predikant promoveert er donderdag op aan de Theologische Universiteit Kampen.

Engelen

In de kerkhistorie is de uitdrukking ”zonen van God” op verschillende manieren uitgelegd, zo laat ds. Doedens in zijn proefschrift zien. De oudst bekende uitleg, die vooral voorkwam bij Joodse exegeten rond het begin van de christelijke jaartelling en bij de kerkvaders, is dat het hier om engelen gaat. Waarschijnlijk leverde de (apocriefe) Henoch-traditie daar de basiselementen voor, concludeert de predikant. „Teksten uit het Nieuwe Testament die zinspelen op het verhaal van Genesis 6:1-4 doen dat via de Henoch-overlevering. Dit betekent dat ze de passage opvatten als een verhaal over (gevallen) engelen. Het Nieuwe Testament is echter veel terughoudender in het geven van details dan de Henoch-traditie.”

Een minderheid van de vroege Bijbelexegeten koos voor de uitleg ”zonen van machtigen”. De gedachte dat de zonen Gods nakomelingen van Seth waren, is waarschijnlijk afkomstig uit de traditie van de Syrische kerkvaders en kwam pas op in de derde eeuw na Christus. Een eeuw later was deze uitleg algemeen geaccepteerd en de kerk zag de ”engelen-interpretatie” steeds meer als een ketterij. De Henoch-traditie raakte steeds meer in de vergetelheid.

Goden

Ds. Doedens concludeert dat er exegetisch te weinig grond is voor benaderingen die de ”zonen van God” beschouwen als menselijke wezens, machthebbers of Sethieten. Ook de ”engelen-interpretatie” wijst hij af. Het meest voor de hand ligt, aldus ds. Doedens, om de zonen van God op te vatten als wezens die behoren tot de „hemelse sfeer”, namelijk goden. Dat komt overeen met de betekenis van deze woorden in andere teksten in het Oude Testament.

De uitdrukking ”dochters van mensen” verwijst dan naar vrouwen in het algemeen, en niet alleen naar vrouwen die afstammen van Kaïn. De promovendus noemt het „uniek” voor het Oude Testament dat „hemelse wezens” seksuele verbindingen aangaan met aardse vrouwen.

Deze uitleg betekent niet dat de Bijbel polytheïsme (veelgodendom) goedkeurt, benadrukt ds. Doedens. Het bestaan van deze goden wordt niet ontkend, maar het Oude Testament stelt „dat deze goden –wie ze ook mogen zijn– de naam van goden niet verdienen.” Niemand is te vergelijken met God.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer