Commentaar: Rutte en Samsom voldaan de kerstdagen in
Dít staat na de politieke ontwikkelingen van deze week vast: Rutte en Samsom gaan voldaan de kerstdagen in. Een pensioenakkoord op zak, een woonakkoord dat keurig in wetgeving is omgezet en het fiat heeft van de Eerste Kamer, en ten slotte ook nog overeenstemming bereikt met de gemeenten over enkele grote decentralisatieoperaties. M’n liefje, wat wil je nog meer?
Dat minister Asscher van Sociale Zaken gisteren –primair reagerend op het pensioenakkoord, maar met in zijn achterhoofd vast ook alle andere successen– aangaf „ongelooflijk blij te zijn dat het is gelukt”, valt dan ook alleszins te begrijpen. Daarbij vergeleken klonk de reactie van de minister-president wat zuinigjes. „Ik stel vast dat dit goed is afgelopen.” Rutte legde het accent meer op „de enorme berg wetten” die het parlement nog moet passeren en op alle inspanningen die het komende jaar nog geleverd moeten worden.
Toch valt, bij nader inzien, juist ook de zuinige reactie van de VVD-leider goed te begrijpen. Want het is allemaal wel kantje boord geweest. Terugblikkend op het achterliggende kalenderjaar dringen twee conclusies zich op. De eerste is dat het kabinet zich uitermate afhankelijk heeft gemaakt van een drietal gedogers. De tweede is dat, hoewel de coalitie nu feitelijk uit maar liefst vijf partijen bestaat –wat op zich al wat risicovoller is dan een coalitie van twee–, de bereikte meerderheid nog altijd bijzonder krap is.
Als de achterliggende week iets heeft laten zien, dan is het dat een enkel individu het kabinet-Rutte II kan maken of breken. Dit keer was het de wat excentrieke en zweverige sociaaldemocraat Duijvesteijn („Soms neem ik bij mijzelf een minderheidsstandpunt in”).
Maar wie garandeert Rutte en de zijnen dat er straks niet ook binnen VVD-gelederen een eigenwijze senator opstaat die denkt: „Dit kunstje ga ik ook doen. Ik heb, op dossiers die míj aan het hart gaan, ook wel wat wensen die ik te elfder ure graag ingewilligd zie”?
Dat individuen, na bereikte akkoorden, in hun eentje gaan ‘terugonderhandelen’, is en blijft voor deze coalitie een groot gevaar. Dit keer heeft men de bedreiging vakkundig de kop in kunnen drukken door de recalcitrante Duivesteijn met warme complimenten en fraaie formuleringen comfort te bieden, zonder hem werkelijk inhoudelijk toe te geven. Minister Blok van Wonen deed dat dinsdag in de Senaat knap, door de PvdA-senator zelfs de exacte woorden aan te reiken („In feite is mijn strenge evaluatievoorstel een intelligente horizonbepaling”), waarmee de sociaaldemocraat met opgeheven hoofd het strijdperk kon verlaten. Duivesteijn greep hem met beide handen aan. Ja, dát was het, een „intelligente horizonbepaling.”
Maar: in het verleden behaalde resultaten geven geen garantie voor de toekomst. Het is de dubbele kwetsbaarheid van hun kabinet –afhankelijk zijn van veel partijen én het gevaar van de ‘Duivesteijnroute’– die voor Rutte en Samsom de kerstdagen daarom ook weer niet gehéél zorgeloos maakt. Met in 2014 ook nog twee verkiezingen in het vooruitzicht, gaat dat jaar ongetwijfeld nog meer politiek spektakel opleveren. De condities daarvoor zijn nu eenmaal aanwezig.