Binnenland

„Voorlichting rond prenatale test kan beter”

MEPPEL. De Stichting Downsyndroom (SDS) staat achter de invoering van de Niptest als alternatief voor vruchtwaterpunctie en vlokkentest om chromosoomafwijkingen op te sporen, maar de voorlichting kan beter.

Redactie wetenschap
18 December 2013 11:34Gewijzigd op 15 November 2020 07:46
beeld ANP
beeld ANP

De SDS krijgt geregeld van ouders te horen dat artsen te weinig informatie geven om een weloverwogen besluit te kunnen nemen bij een positieve uitslag van de combinatietest. „Ze willen niet alleen medische informatie, maar ook horen hoe het leven is met down”, aldus Gert de Graaf van de Stichting Downsyndroom.

Hij is voor invoering van de Nipt omdat deze miskramen na een vruchtwaterpunctie of vlokkentest voorkomt. „We willen dat zwangeren de test krijgen die de minste schade aanricht. Wij zijn geen prolifeorganisatie. Zwangeren moeten zelf een afweging maken voor of tegen abortus.”

Wel wil De Graaf helder hebben: „Ik ben niet enthousiast over 
het idee dat een kind vanwege down wordt geaborteerd. Ook dan kun je een goed leven hebben; ik zeg niet dat het gemakkelijk is.”

Niet alle aanstaande ouders die laten testen of hun kind het downsyndroom heeft, doen dit met het oog op abortus, weet hij. „Er zijn ouders die bijvoorbeeld al een kind met down hebben en die dit bij een volgende zwangerschap willen weten, maar niet met het doel om te aborteren. Gynaecologen moeten daar bij de begeleiding dus ook niet van uitgaan.”

Lieve Christiaens, gynaecoloog in het Universitair Medisch Centrum Utrecht en bestuurslid van de Nederlandse gynaecologen­vereniging NVOG, vindt dat de minister vrouwen tekortdoet door de Niptest pas beschikbaar te stellen na de combinatietest, zei ze vanochtend in Trouw. Blijkt uit die eerste test dat de kans op down groter is dan 1 op 200, dan is er sprake van een positieve test en wordt vervolgonderzoek geadviseerd: een vruchtwaterpunctie of vlokkentest. Dat vervolgonderzoek wordt nu in eerste instantie de Nipt. „De kans dat de combinatie­test een kind met down mist, is 10 procent”, aldus Christiaens. „Een fors deel van de vrouwen zal na de combinatietest dus denken dat hun kindje niets mankeert, terwijl dat wél zo is. Die vrouwen zullen geen Niptest krijgen, terwijl die juist veel betrouwbaarder is.” Toch gaat het de NVOG te ver om alle zwangeren een downtest aan te bieden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer