Van der Sar: Zie margepositie theologie als kans
AMSTERDAM. Theologie is naar de marge verdreven. Maar dat biedt ook kansen. Die woorden gaven sprekers gisteren dr. H. C. van der Sar mee tijdens zijn afscheidsbijeenkomst in Amsterdam.
Dr. Van der Sar nam met het minisymposium ”Markant in de marge” aan de Vrije Universiteit afscheid van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), gevestigd in Amsterdam en Groningen. De voorzitter van het college van bestuur gaat met pensioen.
Het sprekerslijstje toont iets van het netwerk dat Van der Sar in de afgelopen decennia heeft opgebouwd. Daar hoort prof. dr. F. G. Immink natuurlijk bij. Hij vormde met Van der Sar de tandem die de PThU vanaf haar ontstaan in 2007 heeft geleid. Theoloog dr. S. J. Noorda is oud-voorzitter van de vereniging van samenwerkende universiteiten VSNU. Op bestuurlijk niveau waren er volgens beider zeggen goede contacten. Theoloog prof. dr. N. N. Koopman van de Zuid-Afrikaanse Universiteit van Stellenbosch staat voor internationale samenwerking in de theologiebeoefening. Daarvoor heeft Van der Sar zich sterk gemaakt in de afgelopen jaren. In het bijzonder bedankte de scheidende voorzitter zijn contacten in Indonesië, Zuid-Korea en Zuid-Afrika. Ook hielden twee leden van de raad van toezicht van de PThU een toespraak: R. Peetoom en voorzitter J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.
Immink roemde de samenwerking met Van der Sar. Zo keek hij terug op de eerste stoelendans van kerkelijke opleidingen in de jaren negentig. „De doelen waren gelijk, maar er was veel gesteggel over de talen, de stages, het seminarie en de relaties tussen de vakken. We hebben geleerd dat je die zaken hun tijd moet geven. Jij had daarbij het grote voordeel dat je wat secundair reageert.”
Theoloog Peetoom stelde voor de margepositie van de theologie te zien als kans voor het ontplooien van kwaliteit en creativiteit. „Tussen dissertaties staan altijd wel onbegrijpelijke boeken. Prof. Kuitert zei tegen ons als studenten: „Als je het niet aan je oma kunt uitleggen, dan klopt het niet.” Natuurlijk mag de theologie diep spitten. Maar we hebben de tijd gehad dat dogmatische stellingen leiden tot loopgraven en vanzelfsprekenheden tot behoudzucht.”
Opsteker
De theologie heeft het in de universitaire wereld niet gemakkelijk, vindt dr. Noorda. Omdat ze gebruikmaakt van verschillende methoden van onderzoek, heeft ze eigenlijk banden met elke faculteit van de universiteit. Om die relaties te verzilveren, moet ze het wetenschappelijk debat met verve voeren. „Laat de theologie zich niet terugtrekken met een boek in een eigen hoek, ver van het gewoel.”
De theologie kan ten opzichte van religiestudies of islamstudies wel een opsteker gebruiken, vindt Noorda. Alleen een brede studie godsdienstwetenschappen zou een verarming zijn voor Nederland. En de nadruk op islamstudies doet Noorda bevreemdend aan „omdat in dat deel van de samenleving nauwelijks interesse voor een wetenschappelijke islamopleiding bestaat. Investeer daarom juist extra in de theologie.”