Spreiding
Vanmorgen presenteerde het Rotterdamse college van B en W zijn actieprogramma. Daarmee wil men de opeenhoping van sociale en economische problemen in een aantal stadswijken aanpakken en de maatschappelijke cohesie versterken. Meer nog dan de andere grote steden zit de Maasstad in de problemen.Geen wonder dat daar vorig voorjaar bij de gemeenteraadsverkiezingen de bom barstte. In één klap werd de partij van Fortuyn de grootste. Het roer ging om. De PvdA, die jarenlang de leiding van het gemeentebestuur in handen had, kwam buitenspel te staan.
De allochtonenproblematiek mocht voortaan bij haar naam genoemd worden. Zelfs de PvdA is er inmiddels voor om een limiet te stellen aan het aantal kansarme nieuwkomers. De huidige problemen zijn al groot genoeg.
Nu heeft een stad altijd een zekere aantrekkingskracht op probleemgevallen. In de stad is de sociale controle minder en kan men makkelijker in de menigte onderduiken. Daarbij komt dat de linkse gemeentebesturen in de steden vaak wat royaler waren met bijzondere bijstand en andere voorzieningen. Het opsporen van sociale fraude had voor hen geen prioriteit. Ook dat vergrootte de aantrekkingskracht van de grote steden op kansarmen.
Daarentegen lieten velen die het betalen konden de stad voor gezien. In de voorsteden, in nieuwe woonwijken elders of op het echte platteland was het leven een stuk prettiger. En vrijwel alle verworvenheden van de moderne maatschappij had men ook daar onder handbereik.
Inmiddels heeft deze ontwikkeling zo’n omvang aangenomen, dat de vraag rijst of hier niet wat aan gedaan moet worden. Moeten de probleemgevallen niet meer worden gespreid? Binnen het stedelijk gebied over de verschillende stadswijken, maar ook een spreiding over de hele regio. Maar hoe doe je dat? Je kunt mensen niet deporteren. Tot op zekere hoogte bestaat er een vrijheid van woonkeuze.
Hooguit kun je wat schuiven in de marge. Bijvoorbeeld bij de vestiging van toegelaten asielzoekers. Dat wordt in het Rotterdamse actieprogram ook genoemd.
De grootste groep migranten komt hierheen in het kader van gezinsvorming en gezinshereniging. Daarmee ligt hun woonplaats meteen vast. Asielzoekers vestigen zich graag in de buurt van landgenoten. Dat geldt ook voor de Antilianen die hierheen komen.
Er is dus een natuurlijke neiging tot concentratie. Pas na een paar generaties zullen ze wellicht uitwaaieren over het hele land.
Daarbij komt dat men nergens zit te wachten op probleemgevallen. Omgekeerd zullen mensen die ook elders terecht kunnen, weinig animo hebben om zich in een probleemwijk te vestigen.
Grootschalige sloop- en nieuwbouwprojecten kunnen het aanzien van een stadsdeel grondig veranderen en dat geldt ook van de bevolkingssamenstelling. Maar dan gaat het vaak zo radicaal dat er voor de oorspronkelijke bewoners geen plaats meer is. Die kunnen zich dergelijke dure woningen niet permitteren. En omgekeerd zijn dure koopwoningen onverkoopbaar als ze grenzen aan een straat met overwegend asocialen.
Toch moet er wat gebeuren. Zowel plaatselijk als landelijk kan men het signaal van de Rotterdamse gemeenteraadsverkiezingen niet negeren. Bovendien is het een illusie om te denken dat de onvrede over probleemwijken zich beperkt tot Rotterdam.
Illegalen vormen een wezenlijk onderdeel van het probleem. Per definitie onttrekken zij zich aan registratie. Ze wonen illegaal en werken illegaal of houden zich in het leven met criminele activiteiten. Tot op heden is daar weinig tegen gedaan. Het strafbaar stellen van illegaal verblijf, zoals de gemeente Rotterdam nu voorstelt, zou een eerste stap kunnen zijn.