Hotels doen weinig aan legionella
Hotels in Nederland doen nog veel te weinig aan legionellapreventie. Tweederde van de hotels had vorig jaar geen of niet genoeg maatregelen genomen om besmetting met de bacterie tegen te gaan.
Dat blijkt uit onderzoek dat de inspectie van het ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) heeft laten doen bij 130 hotels.
Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat hotels niet goed zijn voorbereid op een eventuele legionellabesmetting. Slechts een op de vijf heeft hiervoor een draaiboek klaarliggen.
De hotels hadden tot 15 oktober vorig jaar de tijd om orde op zaken te stellen. Van de 25 hotels die de inspectie na die datum bezocht, hadden er vijftien nog steeds geen rapport liggen dat aan de eisen voldeed. Zij kregen nog eens vijf weken de tijd om de zaken op orde te brengen, onder dreiging van een dwangsom.
Bij elf hotels werd ook werkelijk legionella geconstateerd. Hierdoor zijn geen mensen besmet geraakt.
De zorginstellingen doen het veel beter dan de hotels. Van de 98 instellingen die een visite kregen van de inspectie, voldeden er 82 aan alle verplichtingen. Bij zes was het drinkwater besmet.
Het ministerie heeft na de uitbraak van legionella op de Westfriese Flora in Bovenkarspel begin 1999 een belangrijke zaak gemaakt van de legionellapreventie. Aan de gevolgen van deze uitbraak stierven 32 mensen.
Eigenaren van een gezamenlijke waterleidinginstallatie, zoals hotels en zorginstellingen, moeten vanaf oktober vorig jaar in elk geval een risicoanalyse hebben. Daarmee wordt bekeken of de kans bestaat dat legionella zich in de waterleiding ontwikkelt. Als die kans er is, moet de eigenaar een plan maken om dit te voorkomen.
Minister Pronk heeft het rapport vrijdag naar de Tweede Kamer gestuurd. Hij noemt de uitkomsten van het hotelonderzoek verontrustend en heeft de inspectie opdracht gegeven voor een vervolgonderzoek.