Europese waterregels „drijven boeren land uit”
De landbouworganisatie LTO Nederland luidt de noodklok over Europese regels voor schoon water. In de ogen van LTO legt de zogeheten ”Kaderrichtlijn water” een „bom” onder de landbouw in Nederland.
Bij de besluitvorming en de uitwerking wordt „een volstrekt eenzijdige ecologische benadering” gevolgd met kwaliteitseisen die boeren „binnen tien tot vijftien jaar ons land uit drijven.”
De EU-lidstaten hebben de kaderrichtlijn eind 2000 afgesproken. Zij stelt strenge regels aan de bemesting en het gebruik van pesticiden. In 2015 moet het Nederlandse oppervlaktewater schoon zijn.
Het zit LTO hoog, zo liet ze zaterdag weten, dat alleen ambtenaren en wetenschappers zich met de zaak lijken bezig te houden, die zich uitsluitend druk maken over de waterkwaliteit. Staatssecretaris Schultz van Haegen van Verkeer en Waterstaat, die over de uitvoering van de richtlijn gaat, krijgt het verwijt dat zij geen „publiek debat” voert met de Tweede Kamer, uitvoerende overheden en maatschappelijke organisaties zoals LTO Nederland.
De organisatie voelt zich geruggengesteund door een rapport van het Wageningse onderzoeksbureau Alterra. Bij minimale normen, ofwel een goede ecologische toestand, moet het landbouwareaal met tweederde worden verminderd, concludeert Alterra uit een verkennende studie. Laat staan als een „zeer goede ecologische toestand” wordt geëist.
Zelfs als de grondgebonden landbouw (melkveehouderij en akkerbouw) is afgeschaft, blijft het „erg moeilijk” de milieudoelen te halen. Volgens de onderzoekers is het „realistischer” zulke doelen in een beperkt aantal gebieden na te streven. Stichting Natuur en Milieu, die stelt dat de watervereisten er allang aan zitten te komen, vindt de commotie niet terecht. Een zegsman pleit wel voor maatwerk via het aanwijzen van kleine watergebieden, wat in het voordeel zou zijn van zowel landbouw als natuur.
In de politiek zorgt de uitkomst van het Alterra-onderzoek voor ongerustheid. Zo maakt de SGP zich grote zorgen. De Tweede-Kamerfractie zal aandringen op een zo spoedig mogelijk overleg met minister Veerman van Landbouw over de uitkomsten van het onderzoek. Kamerlid Van der Staaij (die tijdelijk ook de taken van de zieke Van der Vlies waarneemt) heeft daartoe al contact gelegd met en steun gekregen van enkele collega’s.
