Economie

Melkveehouderij met voldoende grond mag groeien

Koeien horen in de wei, daarover zijn de Nederlandse zuivelsector en het kabinet het eens. Voor boerderijen zonder grond is daarom in de toekomst geen plaats. Boeren met voldoende grond mogen ook in de toekomst meer dieren gaan houden: er komt geen systeem van dierrechten.

12 December 2013 16:08Gewijzigd op 15 November 2020 07:39
beeld ANP
beeld ANP

Boeren die een nieuwe stal bouwen waarin de koeien het hele jaar binnenblijven, kunnen hun melk straks niet meer bij de fabriek kwijt. Alleen als de boer het voer voor zijn dieren uit de nabije omgeving haalt mag hij wel melk blijven leveren.

Land- en tuinbouworganisatie LTO Nederland en de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO), waar de meeste zuivelfabrieken bij zijn aangesloten, willen dat de weidegang minstens op het peil van 2012 gehandhaafd moet blijven. In dat jaar liet 81 procent van de melkveehouders zijn koeien regelmatig in de wei. Zo nodig worden „passende maatregelen” genomen om dat te bereiken, zo maakten LTO en NZO donderdag bekend.

De twee organisaties denken daarbij aan een verhoging van de toeslag op de melkprijs voor boeren die weidegang toepassen of juist een korting voor boeren die dat niet doen. Daarnaast krijgen de boeren voorlichting over weidegang.

LTO en NZO vinden verder dat de Nederlandse melkveehouderij zich in de toekomst moet blijven ontwikkelen met respect voor dier, omgeving en milieu. De uitstoot van mest en mineralen mag niet hoger worden dan de overheid toestaat. Als dat wel dreigt te gebeuren, neemt de sector zelf „niet-vrijblijvende maatregelen”, zoals een vermindering van het fosfaatgehalte in veevoer en mogelijk een heffing voor boeren die op hun bedrijf te veel fosfaat produceren.

De twee brancheorganisaties doen een beroep op de gemeenten om geen vergunningen meer te verlenen voor melkveebedrijven met dichte stallen en bedrijven zonder grond.

Dierrechten

Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) stuurde donderdag, mede namens haar collega Mansveld (Milieu), haar langverwachte brief over het mestbeleid naar de Tweede Kamer. Daaruit blijkt dat de Nederlandse melkveehouders niet worden opgezadeld met een systeem van dierrechten, zoals dat al bestaat –en voorlopig blijft bestaan– voor varkens- en pluimveebedrijven. Hierdoor kunnen melkveebedrijven blijven groeien. Voorwaarde is dat ze voldoende grond hebben om de mest van de extra dieren uit te kunnen rijden.

De andere optie, verwerking van mest in fabrieken, biedt voorlopig geen soelaas. Uit onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving en Wageningen UR, dat Dijksma donderdag tegelijk met haar brief aan de Kamer aanbood, blijkt dat er waarschijnlijk onvoldoende capaciteit is om een groei van de melkveehouderij op te vangen.

Dat die groei er komt is wel zeker: om de kosten per kilo melk te drukken, zullen de Nederlandse boeren meer koeien gaan houden als in 2015 de Europese melkquotering wordt afgeschaft.

Het invoeren van een systeem van rechten voor melkveehouders om koeien te houden, zou de sector volgens het kabinet op achterstand zetten in de concurrentie met boeren in andere landen. Dat wil het kabinet niet, want de zuivelsector levert „een flinke bijdrage” aan de Nederlandse economie. Maar de groei van het aantal koeien mag niet leiden tot vergroting van het mestoverschot. Daarom zet het kabinet, evenals de sector zelf, in op een grotere grondgebondenheid.

Varkenshouderij

In de varkens- en pluimveehouderij blijven de dierrechten zeker tot 2018 nog bestaan. Willen deze veehouders hun bedrijf uitbreiden, dan moeten ze rechten kopen van een collega. In 2016 wordt de nieuwe mestwet, waarin boeren met een mestoverschot verplicht worden dat te verwerken, geëvalueerd. Als dan blijkt dat er voldoende verwerkingscapaciteit is, kunnen de dierrechten voor varkens en kippen twee jaar later alsnog verdwijnen.

LTO reageerde donderdag teleurgesteld. De veehouders beroepen zich erop dat zij zelf met het voorstel waren gekomen om mestverwerking verplicht te stellen, op voorwaarde dat daarmee een einde zou komen aan de dierrechten. Voorman Maarten Rooijakkers van de varkenshouders zei donderdag tegen vakblad Boerderij dat zijn sector nu gedwongen wordt om te investeren in „lucht”, terwijl die zich juist moet inspannen om de mestverwerking van de grond te krijgen. Dierrechten zijn volgens hem ook niet nodig: „De mestwet kent de verplichting om overtollige mest te verwerken, op straffe van hoge boetes. Dat is het slot op de deur.”

Milieuorganisaties zijn blij met de plannen van het kabinet. Tegenover het ANP spreekt Natuur & Milieu van een belangrijke stap voorwaarts naar een duurzame veehouderij.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer