Veel uitschieters in herfst 2003
De herfst van 2003 is een jaargetijde van uitersten geworden.
Zo was oktober een zeer koude maand met een gemiddelde temperatuur van 7,5 graden Celsius tegen 10,3 normaal. November daarentegen was zeer zacht met 8,1 graden Celsius tegen 6,2 normaal, terwijl september zelfs een aantal tropische dagen telde.
Toch spreekt het KNMI over het geheel genomen van een herfst die aan de koude kant was, en die droog en zeer zonnig was.
De koude oktobermaand staat op de vijfde plaats van koudste oktobermaanden sinds 1901. November staat op de achtste plaats van zachte novembermaanden sinds datzelfde jaar. Dat november warmer is dan oktober komt volgens het KNMI niet vaak voor. In de afgelopen honderd jaar gebeurde dat alleen in 1994.
De herfst, die meteorologisch gezien zondag afloopt, telde zestien warme dagen tegen twaalf normaal. Op een warme dag is de maximum temperatuur ten minste 20 graden Celsius. Het aantal vorstdagen komt uit op tien tegen normaal zeven. De laagste temperatuur werd gemeten in de nacht van 23 op 24 oktober op vliegbasis Twenthe: 8,5 graden onder nul. Het is daarmee de laagste temperatuur die ooit in Nederland in oktober is gemeten.
De zon scheen de afgelopen drie maanden 430 uren tegen 302 normaal. In de standplaats van het KNMI De Bilt registreerde het meteorologisch instituut 410 zonuren tegen een langjarig gemiddelde van 298. Hiermee eindigt de herfst van 2004 op de vierde plaats van zonnige herfsten sinds 1901. Het zonnigst was het aan de kust, het minst scheen de zon in het noordoosten.
De herfst was ook droog met 175 millimeter tegen 235 mm normaal. Vooral in de maanden september en november viel er weinig neerslag: respectievelijk 53 mm en 50 mm tegen 74 mm en 78 mm gewoonlijk. Op 24 oktober werd een deel van het land bedekt met een sneeuwlaag. Dat was sinds 1975 niet meer voorgekomen.