Onenigheid VS en Israël moet worden opgelost
De onenigheid tussen de VS en Israël moet worden opgelost, betoogt prof. Meron Medzini.
Zes staten en Iran hebben op 24 november een interim-overeenkomst getekend over de nucleaire activiteiten van Iran. Dit veroorzaakt in Israël veel onrust. Jeruzalem beschouwt de deal als een misstap.
De overeenkomst toont bovendien aan hoe de verhoudingen tussen Israël en zijn grootste bondgenoot, de Verenigde Staten, op dit moment zijn. Er waren al geruime tijd spanningen. Die kwamen de afgelopen weken tot een uitbarsting. Dat is vooral het gevolg van de overeenkomst die in Genève is bekokstoofd.
Beide landen hebben gemeenschappelijke strategische belangen: hoe kan voorkomen worden dat Iran nucleaire wapens gaat produceren? Er is echter verschil van mening tussen Israël en de VS over de vraag op welke manier het doel bereikt kan worden, wat de juiste strategie is en waar de interim-overeenkomst toe moet leiden.
Beide landen zijn het erover eens dat alleen twee zware pressiemiddelen het Iraanse plan om een nucleaire macht te worden, kunnen verhinderen: economische sancties en een militaire aanval. Israël en Amerika liggen echter niet op één lijn wat betreft de effectiviteit en het tijdstip waarop deze pressiemiddelen ingezet moeten worden.
De Verenigde Staten zien de overeenkomst van 24 november als een test van de oprechtheid van de verandering van het Iraanse beleid en als een brug naar onderhandelingen over een veelomvattende schikking binnen zes maanden. Zij zijn van mening dat de atmosfeer in Teheran na de verkiezing van Rohani tot president is verbeterd. Bovendien willen ze met de overeenkomst de ‘gematigde’ elementen in Iran helpen.
De VS menen verder dat het versoepelen van de sancties niet betekent dat de economische sancties geen druk meer uitoefenen. De druk wordt met slechts 5,5 miljard dollar verlicht, terwijl de jaarlijkse schade aan de Iraanse economie door de sancties op 25 miljard dollar geschat wordt.
Israël is van mening dat de Amerikaanse positie risicovol en vooral gevaarlijk is. Veel Israëliërs zijn van mening dat de Verenigde Staten de onderhandelingen te lang hebben doorgezet in een poging om hoe dan ook een overeenkomst te bereiken. Met iets meer geduld zouden de economische sancties Iran ook wel op de knieën hebben gekregen. Het verlichten van de sancties kan de uitwerking van de economische sancties zelfs helemaal tenietdoen.
Bovendien heerst er in Jeruzalem angst dat tegen de tijd dat er over een allesomvattende overeenkomst wordt onderhandeld, de Verenigde Staten zonder politiek drukmiddel tegenover Iran staan. Door het recht van Iran te erkennen om zich nucleair te ontwikkelen voor ‘vreedzame’ doeleinden, zij het wel beperkt door het stopzetten van de werkzaamheden van de plutoniumproductie in de Arak-installatie en het afzien van nieuwe installaties, legitimeert Amerika in feite de nucleaire activiteiten van Iran.
Dit alles gebeurt ondanks de recente uitspraken van de opperste leider Khamenei, dat „Israël een dolle hond is” en „de zionisten moeten verdwijnen” en ondanks de dagelijkse anti-Amerikaanse tirades vanuit Teheran.
Israël bespeurt een vermindering van de besluitvaardigheid en groeiende tegenzin bij de VS om geweld te gebruiken. Dit ten gevolge van het trauma van de oorlog in Irak en de huidige puinhoop in Afghanistan. Washington beweert zelfs dat een militaire aanval gevolgd moet worden door diplomatie. Dit betekent, vrezen sommige Israëliërs, dat Amerika zich al heeft verzoend met de idee van een nucleair Iran.
We mogen aannemen dat de VS Israël hebben gerustgesteld over de aard van de interim-overeenkomst en bovenal hoe ze de uitvoering van deze overeenkomst zullen controleren en hoe ze zorg zullen dragen voor volledige uitvoering en handhaving. Israël moet zekerheid hebben dat het verzachten van de sancties beperkt is en dat de druk niet te veel vermindert.
Israël zou graag willen weten wat er gebeurt als de onderhandelingen over een uitgebreide overeenkomst met Iran niet binnen de deadline van zes maanden afgerond kunnen worden. Israël zal verder inlichtingen willen ontvangen over de resultaten van de internationale inspecteurs in Iran, om te zien of Iran zich daadwerkelijk aan de interim-overeenkomst houdt.
Israël vindt het verder noodzakelijk om een plan op te stellen waarover Israël en de VS overeenstemming moeten bereiken voor het geval dat Iran de overeenkomst schendt. De VS moeten duidelijk maken dat ze in dat geval de economische duimschroeven altijd kunnen aandraaien.
In dit opzicht staat Israël overigens niet alleen. Saudi-Arabië, de golfstaten en andere landen in het Midden-Oosten kijken gespannen toe of ze erop kunnen vertrouwen dat Amerika de afspraken over hun veiligheid nakomt. Het recente Amerikaanse Midden-Oostenbeleid laat zien dat Amerika een weifelende politieke koers vaart. Het is net Zwarte Piet – hij deelt nog wel pepernoten uit, maar zwaait niet meer met de roe.
Bovenal moet Amerika de militaire optie vasthouden en te berde brengen als de diplomatie de komende zes maanden faalt.
Maar er moet meer gebeuren, Israël en Amerika moeten hun wederzijdse verplichtingen vernieuwen, en de inlichtingendiensten op elkaar afstemmen. In geval van een militaire aanval zullen ook gezamenlijke militaire oefeningen noodzakelijk zijn.
Er moet een eind gemaakt worden aan het openbare gekibbel en de beschuldigingen over en weer. De onderlinge onenigheid moet worden opgelost en het onderling vertrouwen tussen de leiders van beide landen moet worden vernieuwd. Ik zie niet in waarom dit niet spoedig zou kunnen gebeuren.
De auteur is gasthoogleraar politieke wetenschappen aan de Rothberg International School van de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem. Dit artikel verscheen eerder in Aminieuws, een uitgave van het Centrum voor Bijbelstudie en Onderzoek te Jeruzalem.