„Vervolging hoort ook bij de westerse kerk”
Een boek met ervaringen van de vervolgde kerk? Niet nodig, zegt een vervolgd christen tegen Nik Ripken. „Wanneer ben je gestopt met Bijbellezen? Al onze verhalen zijn daar te vinden.” Toch bezocht Ripken verdrukte geloofsgenoten om als westers christen van hen te leren.
Kerken in vrijheid en vervolgde kerken hebben iets met elkaar gemeen, zei de Oost-Europese christen Stoyan tegen de Amerikaan Ripken. „Laat het nooit gebeuren dat je in vrijheid prijsgeeft wat wij tijdens vervolgingen nooit prijsgegeven zouden hebben. Dat is ons getuigenis van de opstandingskracht van Jezus Christus.”
De Nederlandse vertaling van ”Het dwaze van God” (uitg. Gideon) van Nik Ripkens boek van vorig jaar kwam in november uit. Het boek staat vol met „getuigenissen” van de vervolgde kerk uit de laatste twee decennia. Het bloed van de martelaren blijkt het zaad van de kerk te zijn. De schrijver zegt daarover: „Hoe meer vervolging, hoe groter de geestelijke activiteit van de gelovigen.” Wel vaker kiest Ripken voor vlot taalgebruik en een populaire manier van spreken over God.
Ripken reist in het boek eerst af naar Rusland. In dat land en in de post-Sovjetstaten moeten kerken de regering gehoorzamen. Zo verbood de overheid in Oekraïne kerkbezoek voor personen onder de 26 jaar. Ene Kostyantyn, die jarenlang opgesloten zat in een heropvoedingskamp, vertelde dat zijn predikant meeging in het verbod, omdat anders de kerk zou worden gesloten. In de ogen van Kostyantyn verkwanselde hij het geloof. „Het was mijn kerk niet meer. En het Evangelie dat die voorganger verkondigde, was zeker niet het geloof waarvoor ik naar de gevangenis was gegaan.”
Vervolgde christenen lijken bijna overmoedig. Ze zetten echter de navolging van Christus op de eerste plaats, schrijft hij. Een christen vertelde dat hij bad of marteling en dood zijn gezin niet zouden treffen. „Maar als ik in de gevangenis te horen krijg dat mijn vrouw en kinderen zijn opgehangen omdat ze Jezus niet wilden verloochenen, ben ik de trotste man in die gevangenis.”
Gevangenschap kan mensen breken, ontdekte Ripken. Toch zijn in China veel ‘kerkjes’ in de gevangenis ontstaan. Voor christenen is de cel een theologische opleiding, zegt een Chinese christen. Ripken: „Wat ik hieraan het opmerkelijkst vond, was de veronderstelling dat iemand sowieso lijden en vervolging kon verwachten.”
De vraag om te bidden dat vervolging zal ophouden, kreeg Ripken dan ook zelden. Hij vond in de verhalen een ander antwoord. „Na bijna twintig jaar te hebben rondgereisd in landen met vervolging en te hebben gesproken met honderden christenen, kunnen we zonder enige twijfel zeggen dat dit de oorzaak van geloofsvervolging is: mensen die hun hart en hun leven aan Jezus geven.”
Vervolging hoort ook bij de westerse kerk. Ripken geeft via de levensverhalen de les van Filippensen 3:10 door. „Als we ons leven lang zo bang zijn om te lijden en onszelf op te offeren dat we zelfs het risico van vervolging of kruisiging vermijden, zullen we misschien nooit het grote wonder, de blijdschap en de kracht van het opstandingsgeloof ervaren.”
Discipelen van Jezus
Met de titel ”Het dwaze van God” maakt auteur Nik Ripken duidelijk welke bijzondere weg God gaat met Zijn kinderen. De uitgave begint met het leven van Ripken (schuilnaam). Vanuit Kentucky, in de Verenigde Staten, vertrekt hij met zijn vrouw Ruth en hun kinderen voor zendingswerk naar Somalië. Hij ziet een land dat in puin ligt en merkt hoezeer mensen elkaar naar het leven staan. Hij ervaart dat zijn geloof niet is opgewassen tegen de ellende.
Ripken zoekt geloofsverdieping en vraagt christenen wereldwijd hoe het geloof overleeft in tijden van vervolging. Ripken denkt dan aan de evangelisatieopdracht van een christen. „Hoe vertel je over Jezus in een land waarin dat bij wet verboden is? Hoe maak je mensen tot discipelen van Jezus als je weet dat zij met hun nieuwe geloof hun eigen doodvonnis tekenen?” Het boek geeft inzicht in de manier waarop verdrukte christenen het geloof proberen over te dragen van generatie op generatie en van deur tot deur.