Urker kroegen open op zondag
Drie Urker cafés gaan zondag open uit protest tegen het gemeentelijke horecabeleid. Bovendien dreigen de eigenaren van de kroegen de gemeente voor de rechter te slepen, omdat die niet mee wil werken aan de verruiming van de openingstijden van cafés op zaterdagavond.
In een deze week verstuurde persoonlijke brief aan burgemeester Schutte van Urk zeggen de kroegbazen het vertrouwen in de gemeente en de burgemeester op. Ze zijn boos over de gang van zaken in het overleg tussen horeca, gemeente en politie. Daarover was donderdag een vergadering gepland, maar die is door de boze cafébazen geboycot. De drie hebben nu aangekondigd zondag in de loop van de middag hun zaak te openen.
De actie van de horecaondernemers speelt tegen de achtergrond van een al jaren slepende discussie over ruimere openingstijden. Door het maken van afspraken in een horecaconvenant werden de tijden enkele jaren geleden al opgerekt. Kroegen die die overeenkomst met de politie en de gemeente ondertekenden, mochten voortaan doordeweeks openblijven tot twee uur ’s nachts. Op zaterdag werd de limiet op middernacht gesteld. Daarvoor stond de verplichte sluitingstijd vast op halftwaalf.
Woordvoerder Cees Netel van café De Wabu zegt op zondag open te gaan omdat hij op andere momenten van de week omzet misloopt. De sluitingstijd op zaterdagavond noemt hij „van de zotten.” Netel beweert dat het grootste deel van de klanten pas rond halfelf binnenkomt. „Daarna gaan ze elders pas echt uit. In de hele omringende Noordoostpolder gelden namelijk geen verplichte sluitingstijden voor de horeca.”
Naast onvrede over de sluitingstijden leeft bij de ondernemers ook grote boosheid over de precariorechten die de gemeente volgend jaar gaat heffen. Kroegbazen moeten dan veel meer gaan betalen voor het hebben van een terras voor de deur. Voorheen was de afdracht aan de gemeente 1 gulden per vierkante meter. Dat bedrag gaat omhoog naar 16,75 euro. Bovendien moeten de terrassen om halftwaalf leeg en opgeruimd zijn. Volgens Netel is dat een onmogelijke opgave. „De afgelopen zomer was het enorm warm. Rond middernacht zaten er nog heel veel mensen op de terrassen. De invoering van deze maatregel gaat mij dan ook enorm veel omzet kosten.”
Woordvoerster Brigitte Breugom van de gemeente Urk zegt dat er weinig valt te ondernemen tegen de kroegbazen die hun zaak op zondag openen. „Zolang het niet gaat om een overtreding van de sluitingstijd op zaterdagavond, kunnen wij niets doen. Vanwege de zondagswet is het gewoon mogelijk dat een horecagelegenheid op zondag opengaat.” De invoering van de precariorechten is volgens Breugom al eerder dit jaar vastgesteld. Ze zegt dat Urk jarenlang een veel te laag bedrag heeft gevraagd van de uitbaters van de terrassen. „We trekken de tarieven nu slechts enigszins gelijk met het niveau dat omringende gemeenten hanteren. Nog steeds zitten we met onze tarieven echter aan de lage kant.”
Uit een onderzoek dat de horecaondernemers deze zomer verrichtten, bleek dat een ruime meerderheid van de geënquêteerden vóór verruiming van de openingstijden was. „Maar de gemeenteraad doet niets met die gegevens”, aldus kroegbaas Netel. Volgens fractievoorzitter L. van der Zwan van de SGP is de enquête echter niet maatgevend, omdat vooral cafébezoekers zijn ondervraagd.
Donderdagavond kwam de kwestie opnieuw aan de orde in de raad, nadat de ChristenUnie vragen stelde over de actie van de drie cafés. Raadslid F. Brouwer sprak in dat verband zelfs van „blasfemie”, omdat de kroegbazen de zondagsopenstelling gebruiken als pressiemiddel om hun zin te krijgen. Volgens uitbater Netel van De Wabu sluiten de raadsleden er echter hun ogen voor dat een groot deel van de bevolking geen problemen heeft met ruimere openingstijden. „Ik proef bij mensen die ik spreek begrip voor onze situatie.”
Hoewel raadslid K. L. Kramer (CDA) zich tijdens de raadsvergadering afvroeg of de raad niet te star dacht over sluitingstijden, is dit niet het geval. Volgens SGP’er Van der Zwan is er „een democratisch besluit genomen over de sluitingstijden, dat hebben de kroegbazen te respecteren.” Hij vindt de toon die de horecaondernemers aanslaan kwalijk. „Ze hebben in hun brief richting de burgemeester op de man gespeeld. Daarnaast geven ze aan dat de verlenging van de openstelling voor hen puur een economisch verhaal is. Ik vind dat een kwalijke zaak, omdat ze altijd beweerd hebben het maatschappelijk belang op het oog te hebben.”