Geen welkom voor terugkerende Zuid-Sudanezen in eigen land
Wie niet beter weet, zou denken dat ze zitten te picknicken, de vrouwen en kinderen op de foto. Toch is hier geen luchtig zomerfeestje aan de gang; er is sprake van een tragische thuiskomst.
Na tientallen jaren op de vlucht te zijn geweest voor oorlogsgeweld, is dit gezin teruggekeerd op eigen bodem: Zuid-Sudan. Tien afgeladen autobussen waren even eerder gearriveerd na een reis vanuit buurland Sudan en vervolgens stroomden die hier leeg met vooral vrouwen, kinderen en ouderen. Hun hele huishouden hebben ze meegenomen: tassen, koffers, tafels, kippen. En uur later zitten ze met z’n honderden in de brandende zon hun terugkeer te vieren. „Welkom terug, ga daar maar zitten.”
„Mag ik misschien wat water van u?” vraagt moeder Yemah, die even verderop haar kind de borst geeft. Dikke zweetdruppels parelen op haar gezicht. Mijn fles gaat spontaan van het ene gretige handje naar het andere, totdat de laatste druppels eruit zijn gelurkt.
Openlucht
Terwijl enkele kilometers verderop vluchtelingen (”refugees”) uit buurland Sudan in een kamp bijeenzitten –zij zijn naar Zuid-Sudan gevlucht vanwege aanhoudend oorlogsgeweld in Sudan– bivakkeren hier enkele honderden Zuid-Sudanese families in de openlucht nadat ze als terugkerende Zuid-Sudanezen (”returnees”) uit Sudan zijn gekomen. Om zich definitief in Zuid-Sudan te vestigen. Niks vluchteling: dit is hún land dat na jaren van oorlog vrij is.
De meesten van hen zijn christen en hebben jarenlang als balling geleefd in het noorden, in Sudanese steden als Khartoem, waar Arabische moslims hen als ongewenste zuiderlingen met de nek aankeken.
De verwachtingen waren hoog toen ze eenmaal naar het zuiden trokken. Helemaal vrijwillig ging dat overigens niet. In feite was er sprake van stevig duw- en trekwerk van twee kanten, waarbij de Sudanese regering hen preste om op te hoepelen en het kersverse Zuid-Sudanese bewind hen paaide met mooie beloften. Eenmaal terug zit de groep gedesillusioneerd in deze wildernis en zijn ze gedwongen tot een hoogst onaangename picknick.
„Wij zijn er erger aan toe dan die vluchtelingen in de kampen”, klaagt Yema. „Van ons denkt iedereen dat we goed terecht zijn gekomen.” En inderdaad, bij zo’n groep denk je vanzelf aan roze plaatjes met gelukkige gezinnen die omarmd worden door landgenoten: Welkom terug, goed je weer te zien. De werkelijkheid is een andere: teruggekeerde landgenoten worden weggekeken door de lokale bevolking en van hot naar her verjaagd omdat ze grond „bezet houden.” Een verwensing als welkomstwoord, dát konden ze krijgen.
Verderop bivakkeren honderden Zuid-Sudanezen inmiddels compleet ontnuchterd in de buitenlucht. Al maanden doen ze dat, wachtend op toestemming om er te mogen blijven. Hun huisraad staat hoog opgestapeld.
Onder hen bevinden zich de 18-jarige Christina en haar zusje Daily Francis (20). Ze zijn in Khartoem geboren en Zuid-Sudan is voor hen net zo buitenlands als voor de vluchtelingen verderop. Terugverlangen naar Khartoem doen ze zeker niet, zeggen de christenmeisjes. „We werden daar niet als gelijkwaardige mensen behandeld, eerder als dieren”, aldus Christina.
Kerkgebouwtje
Tom Jafar (30) en zijn vrouw Regina van 27 zijn wat minder zeker van hun genomen besluit. Van 1985 tot vorig jaar hebben ze met hun drie kleine kinderen in Khartoem gewoond. „Als ik had geweten dat het hier zo’n rommeltje was, dan was ik liever daar gebleven”, reageert Tom. „De regering beloofde ons van alles, maar moet je zien hoe we erbij zitten!” De gestrande families zijn aangewezen op buitenlandse hulporganisaties en daar horen ook de MAF en Medair bij. De laatste bouwt er onder meer latrines en waterpompen, de eerste voert alle noodzakelijke spullen aan via de wekelijkse vluchten.
En zo mag de onafhankelijkheidsverklaring van Zuid-Sudan in 2011 met mooie grote letters zijn geschreven, het papier waarop dat gebeurde was dat van een acceptgiro: Zuid-Sudan is tegelijk zelfstandig én afhankelijk.
Voor de hulpverleners van de MAF en Medair is dat intussen een geweldige uitdaging. Omdat ze met hun werk de liefde van Christus kunnen tonen in een land waar vanwege de oorlog enkel de wet van de jungle overeind is gebleven.
Bekijk hier de website van de RD-actie.
RD-actie is ook actief op Facebook en Twitter.
Geen cijfers zonder gezichten
Het heeft altijd iets onmenselijks om concrete nood van mensen te vangen in cijfers en statistieken. Want vóór je het weet ben je het zicht op hun concrete levens, op hun problemen en zorgen kwijtgeraakt, en zijn mannen, vrouwen en kinderen gereduceerd tot getallenreeksen, op te bergen in bureauladen. En is ”bureaulade” niet allang een synoniem voor ”vergeten?”
Er is ook een andere kant en dat is dat cijfers de omvang van nood bikkelhard inzichtelijk maken.
Zo liegen de cijfers die de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR deze maand bekendmaakte over de nood in Zuid-Sudan er niet om. Het aantal vluchtelingen (”refugees”) dat vanwege oorlogsgeweld in buurland Sudan is neergestreken in Zuid-Sudan wordt op 350.000 gesteld. Zo’n 40.000 zitten er in het kamp Batil in het noordoosten van het land en dat is de plek waar de RD-actie zich op richt (door steun te geven aan de MAF en via deze organisatie aan Medair).
Het aantal teruggekeerde Zuid-Sudanezen (”returnees”) dat in eigen land nog altijd ronddoolt wordt op zo’n 300.000 geschat.
Dat waren de cijfers. Nu weer gauw terug naar de gezichten.