Water uit Rode Zee moet Dode Zee redden
WASHINGTON (ANP/DPA/BLOOMBERG). Israël, Jordanië en de Palestijnen hebben afspraken gemaakt om het watertekort in de regio tegen te gaan en te voorkomen dat de Dode Zee op termijn droogvalt. De Wereldbank maakte maandag bekend dat de partijen een akkoord hebben bereikt. Er is jaren over onderhandeld.
Het plan voorziet in de bouw van een waterpijplijn van 180 kilometer tussen de Rode Zee en de Dode Zee. Daarmee moet de daling van het waterpeil in de Dode Zee, die bij toeristen erg in trek is, een halt worden toegeroepen. Ingrijpen is noodzakelijk wil het bijzondere zoutwatermeer tussen Israël, Jordanië en de Westelijke Jordaanoever voor de toekomst behouden worden. De daling van de waterstand is een gevolg van het intensief aftappen van de toevoer.
Naast de pijpleiding zijn de landen het eens geworden over de bouw van een ontziltingsinstallatie in de Jordaanse badplaats Aqaba, aan de Rode Zee. Water dat in die installatie ontdaan is van zout, wordt over de drie partijen verdeeld. De kosten zijn begroot op ongeveer 300 miljoen euro, meldde de Wereldbank, die het project coördineert.
De Wereldbank noemde het gebrek aan water eerder het grootste probleem waar het Midden-Oosten en Noord-Afrika voor staan.