Dat adviseert de Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer naar aanleiding van een enquête die hij in samenwerking met het TROS-consumentenprogramma Radar heeft laten uitvoeren onder 48.000 mensen. De resultaten van de enquête zijn maandag gepubliceerd in het rapport ‘De burger gaat digitaal’.

Brenninkmeijer noemt drie basisbehoeften van de burger als het gaat om digitalisering van overheidsdiensten: toegankelijkheid, het hebben van herstelmogelijkheden en vertrouwen.

Wat de toegankelijkheid betreft zouden burgers zelf moeten kunnen kiezen hoe ze contact opnemen met de overheid. Wie digitaal niet meekan, moet kunnen bellen of bij een loket terechtkunnen.

Verder vindt de ombudsman dat burgers de gegevens moeten kunnen controleren die de overheid van ze heeft. Het risico op fouten en onjuistheden ligt veelal eenzijdig bij burgers, aldus het rapport. De burger moet niet alleen de gegevens kunnen controleren, maar ook fouten daarin kunnen herstellen.

Uit het onderzoek blijkt ook dat een grote groep mensen geen of weinig vertrouwen heeft in de digitale dienstverlening. „Dit zijn mensen die wel al meedoen met de digitale dienstverlening. Uit de klachten blijkt dat sommige burgers zich overgeleverd voelen. Ze weten niet precies wat er in de digitale systemen gebeurt, vertrouwen de veiligheid ervan niet en weten niet wat zij kunnen doen als er iets niet goed loopt”, meldt het rapport.

Volgens Brenninkmeijer zijn gerichte acties nodig om het vertrouwen in de digitale overheidssystemen te versterken.