Dat hebben de advocaten van de ex–gedeputeerde, mr. J. Boksem en mr. W. Anker, vrijdagmiddag gezegd voor de rechtbank in Arnhem. De raadslieden vinden dat Scheerder vrijspraak moet krijgen, als de rechtbank het tenminste niet met hen eens is dat het Openbaar Ministerie helemaal geen zaak heeft en dus niet–ontvankelijk is.

Volgens Boksem is het ondertekenen van een verkeerde brief, zoals Scheerder heeft gedaan, geen reden voor strafrechtelijk ingrijpen. Een gedeputeerde mag er volgens hem op rekenen dat fouten die hij in zijn kwaliteit als bestuurder heeft gemaakt, hem niet persoonlijk worden aangerekend. Bovendien vindt Boksem het onterecht dat Scheerder als enige bestuurder is gedagvaard, terwijl commissaris van de koningin Kamminga en een andere gedeputeerde eenzelfde fout hebben gemaakt.

Anker vindt dat het OM veel te zwaar heeft ingezet door een strafzaak te maken van de fraudeaffaire. „De Gelderse berg zal een muis baren. De weegschaal is, zeker gezien de eis tot celstraf van de officier van justitie, in onbalans." Anker meent dat de rechtbank het scheefgetrokken beeld moet rechtzetten door de dagvaarding tegen Scheerder nietig te verklaren.