„Wonderlijk dat je in zo’n wieg terechtkomt”
Hij kwam precies drie maanden eerder ter wereld dan koningin Beatrix, oktober 1937, in een familiehuis in Baarn, zo ongeveer in de luwte van Paleis Soestdijk. Nagenoeg heel zijn journalistieke loopbaan bij het dagblad Trouw stond mede in het teken van royalty-watching en hij bleef dat na zijn pensionering, vier jaar geleden, volhouden. Dit najaar verscheen zijn 89e boek. „Uitgezonderd een dozijn of wat gaan die allemaal over het koningshuis”, vertelt Fredrik Johan Lammers terwijl hij een teugje neemt van de thee in een kopje met een motief van appeltjes van oranje.
„Iedereen vroeg op een gegeven moment hoeveel boeken ik heb geschreven. Ik ben ze dus gaan tellen en kwam uit op 89”, lacht hij smakelijk. De laatste aanwinst gaat over koningskinderen die voor de troon zijn geboren. Fred. J. Lammers weet hoe dat toeging, nu en in vroeger tijden. Hij had het geluk dat hij veel mensen die bij de opvoeding van Juliana, Beatrix en Willem-Alexander waren betrokken, kon interviewen. Zo sprak hij de drie dames die deel uitmaakten van Juliana’s paleisklasje. De verslagen van deze gesprekken bevinden zich in zijn archief.
In zijn jongste pennenvrucht gaat de Oranjekenner terug tot het moment waarop Oranjekinderen voor het eerst werden opgevoed tot koningskind. Daarom begint hij met de zoon van stadhouder Willem V die koning werd (Willem I). De bronnenvoorraad blijkt onuitputtelijk. „Ze schreven nagenoeg elke dag brieven en er is veel van bewaard. Zodoende was er heel wat te achterhalen.”
Medelijden
Een rode draad in het opvoeden van koningskinderen is de invloed van de tijd. „Steeds wilde men het een beetje moderner doen. Wilhelmina is in onze ogen vreselijk opgevoed, maar je moet alles in het licht van de tijd zien. Het kind werd op haar tiende jaar koningin en werd klaargestoomd om op haar achttiende jaar de troon te bestijgen. Ze heeft geen jeugd gehad. Meester Gediking maakte elke dag aantekeningen, in totaal vijftig cahiers. Elke dag beschreef hij hoe hij met de prinses onderweg was. Die verslagen zijn betrouwbaar en kritisch. De man verzuchtte vaak dat hij medelijden met Wilhelmina had. Er waren altijd mensen om haar heen: koningin Emma, haar gouvernante Miss Winter en een grootmeesteres.
Als het kind met drie van die statige dames erbij naar buiten keek, vroegen ze haar waarom ze naar buiten keek en waaraan ze dan dacht. Om tureluurs van te worden. Daardoor is Wilhelmina in zekere zin door haar opvoeding verknipt. Het was haar grote tragedie dat ze geen diep menselijk contact kon leggen. Ze verzuchtte wel eens hoe moeilijk ze het had gehad. Op latere leeftijd zei ze dat ze was geleefd en dat ze nooit kind had kunnen zijn. Dat stond haar voor ogen toen ze zelf na veel teleurstellingen een kind kreeg.”
Eenzaam
Niemand had er nog op gerekend dat Wilhelmina voor een nakomeling zou zorgen, vertelt Lammers. „Allerlei Duitse familieleden aasden al op de troon. Zoals neef Heinrich von Reuss, die in Amsterdam nota bene een kennismakingstournee maakte met het bedrijfsleven en daar rondliep alsof hij al op de troon zat, terwijl Wilhelmina pas 29 jaar was. Pas in 1922 is wettelijk geregeld dat de Nederlandse troon alleen in de directe lijn kon worden opgevolgd.”
Het was begrijpelijk dat Wilhelmina Juliana zo veel mogelijk kind wilde laten zijn. „Maar naar een gewone school gaan was er niet bij. Er werd een paleisklasje geformeerd met drie andere meisjes erbij, dat was op zich een verbetering. De prinses had niet meer alleen hofdames om haar heen, hoewel haar klasgenootjes uit keurige, deftige en adellijke kringen kwamen. Ook Juliana was eenzaam. Een belangrijke rol vervulde koningin-moeder Emma, die er langzamerhand aan ging twijfelen of ze Wilhelmina misschien als kind tekort had gedaan. Zij vond dat haar dochter de opvoeding van Juliana anders moest pakken. Zij was in sommige opzichten verder dan koningin Wilhelmina.”
Mantel en hoed
„Tijdens haar studentenperiode in Leiden leefde Juliana betrekkelijk geïsoleerd”, weet Lammers. „Ze woonde in Katwijk en werd met een auto gebracht en gehaald voor de colleges. Eveneens werden thuis colleges gegeven. Wilhelmina vond dat haar dochter haar kleding niet gewoon in de universiteit kon ophangen. Een kamer van een van de professoren werd gevorderd als garderobekamer waar ze haar mantel en hoed kon neerleggen. Nogmaals, het was al vooruitstrevend dat ze naar Leiden ging en Juliana heeft het altijd schitterend gevonden, alhoewel ze het jammer vond dat ze niet echt kon afstuderen.”
Op haar beurt pakte prinses Juliana de opvoeding van haar dochters weer anders aan. De Baarnse royalty-watcher noemt het verblijf in Canada tijdens de oorlogsjaren verfrissend. In Nederland stond het Oranjehuis enorm in de belangstelling en in Canada konden de prinsesjes rustig opgroeien. Daarentegen wilde prinses Beatrix haar kinderen naar een moderne school sturen, want De Werkplaats was niet echt een succes geweest.
„Ook Beatrix zat in een select klasje, het zogenaamde Incrementum (aanhangsel) van het Baarnsch Lyceum. Het moesten gave gezinnen zijn waar de kinderen uit kwamen die op het Incrementum zaten. De kinderen van Beatrix gingen voor het eerst naar normale scholen met kinderen die niet werden uitgezocht, dus zij ontwikkelden zich anders.”
Onwennig
Interessant is Lammers’ beschouwing over de nabije toekomst. „Menselijkerwijs gesproken komt het pas over een jaar of dertig aan de orde dat het kind van prins Willem-Alexander en prinses Máxima staatshoofd wordt. Nederland zal dan heel anders zijn. Nu al wordt er aan de poten van de troon gezaagd. Prins Willem-Alexander heeft laten weten dat hij niet meer franje en minder inhoud wil. Dat is begrijpelijk, want je wilt ’s avonds tegen je spiegelbeeld toch kunnen zeggen dat je zinvol bezig bent.
In de Scandinavische landen is het zo gegroeid dat de vorsten er niets in de melk te brokken hebben, maar een krachtiger persoonlijkheid heeft daar moeite mee. Als het koningschap in Nederland louter lintenknipperij wordt en de sjeu eraf gaat, zou er een moment kunnen aanbreken dat de Oranjes zelf aangeven dat het voor hen niet meer hoeft.”
Bovendien is het eerstkomende Nederlandse staatshoofd een man. „Het is voor een man nog weer anders en moeilijker dan voor een vrouw. Men is geneigd van een vrouw meer te accepteren, of ze moet het heel bont maken. Toen de kroonprins zich in New York vergaloppeerde, werd daar de vloer mee aangeveegd (de prins probeerde toen tegenover de pers het blazoen van zijn aanstaande schoonvader, Zorreguieta, op te poetsen, MvB). Als juist hij een stommiteit uithaalt, wordt daar de nadruk opgelegd, gaat het irriteren. Zijn credit is gewoon minder dan dat van zijn moeder. Dus hij moet wel heel erg oppassen als hij een fout maakt. Dat er nare dingen gebeuren, ligt heel erg voor de hand.”
Menselijke kant
Lammers wijst erop dat koningin Beatrix niets te verwijten valt. „Ze presenteert Nederland in het buitenland voortreffelijk, maar ze is toch wat afstandelijk. Het is een belangrijke taak van een erfelijk staatshoofd dicht bij de mensen te staan. Als koningin Beatrix met rampen zoals in de Bijlmer en Enschede zonder toeters en bellen bij de mensen komt, toont ze haar menselijke kant die ze veel te weinig laat zien. Zij vindt dat het koningschap door de jaren heen onberispelijk moet worden bekleed en daar is ze tot dusver in geslaagd. Anderzijds wordt het gewone erg gewaardeerd. Prinses Juliana was informeler, eenvoudiger dan koningin Beatrix. En voorzover ik prins Willem-Alexander heb meegemaakt, weet hij zijn positie aardig te relativeren. Het is best belangrijk dat je om jezelf kunt glimlachen. De Koningin kan dat wat moeilijker.”
De Baarnse journalist sluit niet uit dat de koningsbaby voor beroering zal zorgen. „Máxima’s vader blijft een moeilijk punt. Die man deugt zeer zeker niet. Als het kind is geboren, wordt het gedoopt en gaat het kersverse ouderpaar op bezoek in Argentinië. Je krijgt straks foto’s van grootvader Zorreguieta die vol trots met een toekomstig staatshoofd van Nederland op zijn knie zit. Dat is niet leuk en niet goed. Kortom, dat blijven pijnlijke dingen.”
Daarentegen realiseert hij zich dat prins Willem-Alexander een flinke vrouw nodig heeft. „En dat is prinses Máxima wel. Haar karakter is gevormd, maar je mag hopen dat ze te midden van het hofleven spontaan blijft. Met elkaar kunnen ze veel meer dan anderen een team vormen en dat komt goed over.”
Lakeien
„Kijk, ik ben geen Oranje-boven-schrijver”, verontschuldigt Lammers zich. „Ik waardeer koningin Beatrix en ben een voorstander van de monarchie. Ze werkt hard voor de zaak en je mag je gelukkig prijzen dat je mensen hebt die dat willen doen. Maar dat neemt niet weg dat je er kritisch tegenover mag staan. Er zijn bepaalde groeperingen in Nederland die alles onder het tapijt vegen en de leden van het koningshuis als halve godheden beschouwen. Het zijn merkwaardig genoeg mensen die aan de ene kant de roddelbladen lezen, en niet alleen bij de kapper, maar die aan de andere kant geen kwaad woord van het koningshuis willen horen. Ik zeg altijd: Koninklijke lieden zijn heel gewone mensen in heel bijzondere omstandigheden.
Wij maken ze met z’n allen een beetje gek. Het is wonderlijk dat je in zo’n wieg terechtkomt, terwijl je niets gepresteerd hebt. Je wordt als kind geboren en bestemd om koning of koningin te worden. Je groeit op in paleizen en alles wordt voor je gedaan. Er zijn maar weinig mensen die je echt kunt ontmoeten. De mensen in je omgeving praten je naar de mond, de lakeien zijn vazallen en de tophofhouding eromheen is invloedrijk. Zo groei je dan op, je wordt nooit tegengesproken. Logisch dat publicaties in de media je dan kunnen irriteren.”
Mystiek
Het heeft allemaal te maken met de mystiek die om de monarchie hangt, merkt Lammers op. „Mensen vinden het prachtig met een lid van de koninklijke familie in contact te komen. Hun eigen aanzien stijgt erdoor, omdat ze met Hare Majesteit hebben geconverseerd. Alles wat moeilijk bereikbaar is, krijgt een zekere status. De ambiance erom heen, het paleis, het is een andere wereld en dat straalt op mensen af. Daar kom je soms een beetje veel van onder de indruk.”
Was de mythefactor tot voor kort heel belangrijk voor het imago van een vorstenhuis, nu wordt die meer en meer doorbroken, signaleert Lammers. „Het kan je buurmeisje zijn dat ineens prinses is. Er zitten natuurlijk twee kanten aan de medaille. Nu mag je als prins kiezen voor iemand met wie je gelukkig kunt worden. Anderzijds was het de kracht van de monarchie op haar ’eigen niveau’ te trouwen. Daarmee voorkwam je dat het wel erg gewoontjes werd.” Op dit punt moet het Lammers even van het hart dat hij het merkwaardig vindt dat men mr. Pieter van Vollenhoven „nog steeds geen hertog maakt.” „Een keurig, voorbeeldig en hardwerkend mens met kinderen die wel een titel dragen en twee burgermeisjes als schoondochters die meteen tot prinses werden gebombardeerd.”
Geen kerstgroet
Soms voelt Fred Lammers de leden van het Koninklijk Huis over zijn schouder meelezen. „Ik schrijf wat ik moet schrijven. Ik ben niet in dienst van het Koninklijk Huis.” Prins Bernhard was bijvoorbeeld niet helemaal tevreden over een artikel dat Lammers over hem schreef en liet dat fijntjes weten door hem dat jaar geen kerstgroet te sturen. „Je bent even uit de gratie. Maar het jaar erop kwam de kaart weer.” Zijn vrouw Anneke, afkomstig uit een gereformeerde predikantenfamilie, is al meer dan dertig jaar zijn klankbord. „Ze leest alles door wat ik schrijf en geeft goede adviezen. Achter de schermen speelt ze een zeer belangrijke rol.”
Voorlopig is er voor Lammers genoeg werk aan de winkel. De geboorte van het kind van prins Willem-Alexander en prinses Máxima belooft een hype te worden. „Ze kunnen best wat goede publiciteit gebruiken na alles wat er de laatste maanden is gepasseerd en dat zal de koninklijke familie welgevallig zijn.”
Mede n.a.v. ”Koningskinderen voor de troon geboren”, door Fred. J. Lammers; uitg. Tirion, Baarn, 2003; ISBN 90 4390 560 9, 128 blz.; € 12,98.