Aantal abortussen in Nederland daalt
UTRECHT. Het aantal vrouwen dat in Nederland een abortus laat uitvoeren, blijft dalen.
Dat meldde de Inspectie voor de Gezondheidszorg vrijdag in haar jaarlijkse rapportage.
Al waren er vorig jaar 1130 minder abortussen dan in 2011, desondanks lieten vorig jaar
30.577 vrouwen hun zwangerschap afbreken. Dat zijn er bijna evenveel als alle inwoners van
de gemeente Maassluis of het dorp Barneveld bij elkaar.
Volgens de IGZ vertoont het aantal abortussen al sinds 2007 een dalende lijn. Dat geldt ook voor het aantal afgebroken tienerzwangerschappen. Vorig jaar waren dat er 4061, waarvan 142 bij meisjes onder de 15 jaar.
Evenals in voorgaande jaren vonden de meeste abortussen plaats bij vrouwen tussen de 20 en 25 jaar (25,6 procent). Relatief gezien kwamen de meeste vrouwen uit Noord-Holland, de minste uit Drenthe.
Ruim een tiende van de abortussen werd gedaan bij buitenlandse vrouwen die voor de ingreep naar Nederland waren gekomen.
In de helft van alle gevallen werd de zwangerschap afgebroken in de eerste zeven weken
van de zwangerschap.
Ruim negen op de tien zwangerschapsafbrekingen vonden plaats in een abortuskliniek.
Volgens de inspectie behoort Nederland tot de landen met het laagste abortuscijfer. Dat is het aantal abortussen per 1000 vrouwen van 15 tot en met 44 jaar. Vorig jaar stond dat cijfer op 8,5.
Niet alleen daalt in Nederland het aantal abortussen, ook het aantal zwangerschappen en het aantal vruchtbare vrouwen daalt de laatste jaren.
Daardoor blijft zowel het abortuscijfer (het aantal zwangerschapsafbrekingen per 1000 vrouwen in de vruchtbare leeftijd) als de abortusratio (aantal abortussen per 1000 levend geboren kinderen) stabiel.