„Jubileum coffeeshop geen felicitatie waard”
Nederlands oudste coffeeshop, Sarsani in Utrecht, herdenkt morgen zijn 35-jarig bestaan. De softdrugstent staat symbool voor het gedoogbeleid in ons land. Verslavingsdeskundige Frans Koopmans van de evangelische hulpinstelling De Hoop: „Dit jubileum is absoluut geen felicitatie waard. Het is heel ernstig als buitenlandse toeristen een coffeeshop in één adem noemen met tulpen en klompen.”
Met het gedogen van coffeeshops wil de overheid de markten voor softdrugs (hasj, wiet, ofwel cannabis) en harddrugs (zoals cocaïne en heroïne) gescheiden houden. Softdrugs zijn weliswaar formeel verboden, maar iemand die in een coffeeshop 5 gram hasj bestelt, hoeft niet bang te zijn voor vervolging. In landen als Amerika en Frankrijk gruwt men van dergelijke praktijken.
Ook Frans Koopmans kan de handen voor het gedoogbeleid niet op elkaar krijgen. „Het gedogen van softdrugs in Nederland is flink ontspoord. Het beleid is halfslachtig.”
Het gedogen van coffeeshops lokt hordes buitenlanders naar Nederlandse (grens)steden. Een stad als Maastricht trekt jaarlijks 1,5 miljoen drugstoeristen. Tot verdriet van burgemeester Leers. „Wij zijn het afvalputje van Europa”, zei hij recent in deze krant. „Iemand uit Lille komt hier echt niet naartoe om een stickie te kopen. Die is hier om drugs te verhandelen. Nederland staat dat allemaal oogluikend toe. Een coffeeshop mag officieel geen grote partijen drugs kopen. Maar dat gebeurt natuurlijk op grote schaal. Dan zeg ik: Doe daar wat aan. Wees nou eens flink en kom met duidelijke regels.”
Koopmans is blij dat er de afgelopen jaren een „kentering” is gekomen in het Nederlandse coffeeshopbeleid. „Vanaf midden jaren negentig, tijdens de paarse kabinetten, is de overheid strenger tegen coffeeshops op gaan treden. Het aantal coffeeshops is flink gereduceerd. De boel liep uit de hand. Coffeeshophouders verdienen goud geld aan softdrugs, zonder belasting te hoeven betalen. Ik juich het toe dat regels voor coffeeshops worden aangescherpt. Zo zouden ze zich niet meer mogen vestigen in de buurt van scholen of psychiatrische inrichtingen.”
Nederland telt naar schatting ruim 400.000 softdrugsgebruikers, aldus het Trimbos-instituut, kenniscentrum voor verslavingen. Van de 12- en 13-jarigen heeft 6 procent ooit geblowd. Van de 16- en 17-jarigen rookte 37 procent ooit een stickie. Hasj en wiet worden meestal gebruikt in combinatie met tabak, door middel van shag. Veel softdrugs wordt thuis geteeld.
Ex-cannabisverslaafde Sander ervoer de kwalijke gevolgen van softdrugsgebruik. „Ik raakte opgesloten in mijn eigen gedachtewereld. Constant was ik er in mijn gedachten mee bezig hoe ik iemand neer kon slaan. Op een dag ramde ik ook letterlijk iemand in elkaar. Daar ben ik flink van geschrokken”, zo staat opgetekend in het boek ”Vraagbaak bij verslavingen” van Koopmans.
Voor de verslavingsdeskundige staat het als een paal boven water dat softdrugs slecht zijn voor de gezondheid. „Cannabis bevat, nog meer als tabak, kankerverwekkende stoffen. Bovendien tast softdrugs het korte-termijngeheugen aan. Uit onderzoek blijkt duidelijk dat blowers vaker ziek zijn en meer ongelukken veroorzaken.”
Ook het Trimbos-instituut wijst op de gevaren van hasj en wiet. Een te hoge dosis kan heftige angstgevoelens of neerslachtigheid veroorzaken. Er zijn aanwijzingen dat er een verband is tussen cannabisgebruik en het ontstaan van psychische stoornissen zoals schizofrenie en depressie. Gebruik van softdrugs kan leiden tot duizeligheid, misselijkheid, tot paniek en flauwvallen toe.
Koopmans zou liefst „zo snel mogelijk” af willen van het onderscheid tussen hard- en softdrugs. „Beide soorten drugs zijn van invloed op het bewustzijn en veroorzaken fysieke schade. De kwaliteit van nederwiet is vaak van dusdanige kwaliteit dat je die harddrugs kunt noemen.”
Meer dan eens staat Koopmans te kijken van de onkunde over softdrugs bij jongeren. „Als ik ze vertel over de gevaren van hasj en wiet, staan ze me vaak met glazige ogen aan te kijken, en dat komt dan niet door een joint.” De verslavingsdeskundige zou willen dat de overheid meer zou waarschuwen tegen het gebruik van hasj en wiet. Tegelijk is hij blij met campagnes die jongeren waarschuwen voor de gevaren van roken. „Het roken van een sigaret kan een stap zijn naar het roken van een joint. Als een jongere van de sigaret afblijft, is de kans op experimenteren met softdrugs ook veel kleiner.”