Buitenland

Denen buigen zich alsnog over Irak

Het Deense parlement krijgt binnenkort toch de gelegenheid om de regering uitvoerig aan de tand te voelen over de motieven voor de militaire steun aan de Amerikaans-Britse oorlog tegen Irak.

Van onze correspondent
28 November 2003 11:28Gewijzigd op 14 November 2020 00:45

Het onderzoek krijgt het karakter van een hoorzitting, een soort parlementaire enquête, wat inhoudt dat er ook externe deskundigen aan het woord worden gelaten. De oppositie aan de linkerkant van de volksvertegenwoordiging heeft daarmee uiteindelijk toch haar zin gekregen, dankzij de steun van de liberale en de conservatieve regeringspartijen. Zij stribbelden lang tegen, maar onder de voorwaarde dat de hoorzitting primair op de toekomst gericht zal zijn, zijn ze nu toch akkoord gegaan. Voor extreem links in de Deense Tweede Kamer (Folketing) was die voorwaarde er echter één te veel. Zij heeft aangekondigd de hoorzitting te zullen boycotten. De sociaal-democraten, de op een na grootste groepering in het parlement, en de links-liberalen zien het echter niet als probleem dat het onderzoek op de toekomst gericht is, en zullen van de partij zijn.

Denemarken ging in maart als een van de weinige EU- en NAVO-leden met enkele honderden militairen de oorlog in. Daarmee negeerde het kabinet-Rasmussen massale betogingen tegen de Brits-Amerikaanse invasie, joeg het de oppositie volledig in de gordijnen en zorgde het ervoor dat de gebruikelijke Deense politieke consensus lange tijd buiten werking werd gesteld.

Dankzij het akkoord om steun aan de Amerikaans-Britse coalitie nog eens tegen het licht te houden, lijkt de sfeer echter weer aanzienlijk verbeterd. Los daarvan zijn de Deense troepen inmiddels ook met de instemming van de sociaal-democraten en de links-liberalen in Irak, daar het nu niet meer gaat om oorlog, maar om handhaving van de vrede. De troepenbijdrage werd de afgelopen maanden ook verder uitgebreid en omvat nu zo’n 500 man. Bij die sterkte blijft het voorlopig, hoewel de militaire vakbonden er met het oog op de onveilige situatie in Irak nog honderd man bij willen hebben. De Deense troepen zijn gelegerd in Camp Eden bij Basra, 120 kilometer van Nasariyah, waar de aanslag op het Italiaanse VN-hoofdkwartier werd gepleegd. Minister van Defensie Svend Aage Jensby volgt echter het advies van de legerleiding. Die vindt het zo wel voldoende, tenzij de situatie drastisch verslechtert.

Gezien deze ontwikkelingen heeft het volgens de overgrote meerderheid van de Deense volksvertegenwoordiging geen zin meer om van de controversiële politieke besluitvorming volgend voorjaar nog een halszaak te maken. De kans dat de regering daarom alsnog zal struikelen over het feit dat zij mogelijk foute informatie omtrent de aanwezigheid van massavernietigingswapens in Irak heeft aangewend om de militaire deelname aan de oorlog erdoor te drukken, is minimaal. De liberalen en de conservatieven, alsook de populistische Deense Volkspartij, hebben zich over die kwestie bij voorbaat nooit erg kunnen opwinden. Wat dat betreft zit premier Fogh Rasmussen sowieso buitengewoon sterk in het zadel. Rasmussen en minister van Buitenlandse Zaken Per Stig Møller hebben er nooit een geheim van gemaakt dat die massavernietigingswapens voor hen niet doorslaggevend zijn. Wel doorslaggevend was dat Saddam Hussein resoluties van de VN net zo lang heeft genegeerd tot de troepen aan de grens stonden. In hun visie is het spijtig dat de VN de militaire actie niet wilden goedkeuren, maar nam president Bush de juiste beslissing. Dat Irak nu kansen heeft op een democratische regering is daarvan de zoete vrucht, aldus de Deense regering. En zo denken de partijen achter dit kabinet er ook over. Zo bezien is het niet verbazingwekkend dat extreem links bedankt voor de eer van een hoorzitting/ parlementaire enquête, waarvan de datum trouwens nog moet worden vastgesteld. Resteert de vraag wat de rest van de oppositie er nog in ziet. Het antwoord is dat zij boven tafel wil hebben wat de regering voorafgaande aan de militaire actie wel of niet wist onder het motto ”lering trekken met het oog op de toekomst”. De politieke prijs die de regeringsgezinden daarvoor zullen moeten betalen hangt af van de uitkomsten van de parlementaire enquête en zal uiteindelijk door de kiezers worden bepaald bij de eerstkomende stembusgang. Maar die volgt normaal gesproken pas over twee jaar.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer