Marineterrein ‘teruggegeven’ aan Amsterdam
AMSTERDAM (ANP). Het Marineterrein in Amsterdam is na ruim 350 jaar ‘teruggeven’ aan de hoofdstad. Defensieminister Jeanine Hennis en woonminister Stef Blok tekenden donderdag een overeenkomst met burgemeester Eberhard van der Laan en wethouder Maarten van Poelgeest om het terrein te ontwikkelen tot „een openbaar toegankelijk gebied voor recreatie, werken en wonen”.
De komende jaren zullen verschillende onderdelen van defensie stapsgewijs verdwijnen van het 14 hectare grote terrein, vlakbij Amsterdam Centraal Station. Er komt een park met een openbare haven en een gedeelte met cafés en restaurants. Op termijn worden bestaande panden gesloopt en vervangen door nieuwe: voor bedrijven, scholen en woningen. Over 10 tot 15 jaar moeten de eerste nieuwbouwwoningen klaar zijn.
Het gebouw van de Koninklijke Marechaussee, één of twee gebouwen van de Nationale Reserve en een depot van het Scheepvaartmuseum blijven op het terrein. Eind 2014 gaat de poort van het terrein open voor publiek.
Eeuwenlang was het Marineterrein militair gebied en verboden voor buitenstaanders. Het terrein ligt op het eiland Kattenburg, dat in 1655 werd aangelegd om er een grote scheepswerf te huisvesten. De Admiraliteit van Amsterdam, de voorloper van de marine, bouwde er grote oorlogsschepen om de vloot van de VOC mee te beschermen. Zo’n 260 jaar lang werden er oorlogsschepen gebouwd. Daarna speelde het Marineterrein lange tijd een belangrijke rol in de opleiding van marinepersoneel.