Ongekende exodus christenen uit Midden-Oosten
Ooit vormden ze in sommige Arabische landen een meerderheid. Daarna begon de grote exodus van christenen uit het Midden-Oosten. Maar dat is niet het hele verhaal. Tegelijkertijd groeit de belangstelling voor het christendom onder moslims.
Ongekende exodus
Christenen trekken massaal weg uit het Midden-Oosten. Dat is niet nieuw. Maar als gevolg van de Arabische lente bereikt de gestage exodus wel weer een piek.
Hartje Beiroet. Tegen het decor van het prachtig herbouwde centrum van de Libanese hoofdstad klinkt het gebeier van de Sint Georgekathedraal. Niet te missen, want het volume van de digitale klanken is zo’n beetje tot het maximum opgeschroefd.
Maar het kan luider. Dat blijkt als de muezzin van de Mohammed al-Aminmoskee de gelovigen oproept tot het gebed. Zijn klaaglijke zang weerkaatst tegen de muren van het parlement en rolt via het Standbeeld voor de Martelaren de Middellandse Zee op.
Het tekent de religieuze verhoudingen in Libanon. In 1926, toen de Fransen de moderne staat Libanon grondvestten, maakten christenen nog 84 procent van de bevolking uit. Anno 2013 is dat aantal naar schatting tot onder de 40 procent gedaald.
Naar schatting. Want over het precieze aantal christenen bestaat nogal wat onduidelijkheid. Sinds 1932 is er in Libanon namelijk geen officiële volkstelling meer geweest. En het aantal moslims dat tot het christelijk geloof is overgegaan, is zo mogelijk nog ongewisser. Veel bekeerlingen verzwijgen hun overstap, uit angst voor wraak van de familie.
Die situatie is exemplarisch voor de Arabische wereld. Cijfers over het aantal christenen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika zijn op zijn best het resultaat van schattingen. Maar zeker is dat de afgelopen eeuw in het Midden-Oosten een gestage daling heeft plaatsgehad.
Algemeen wordt aangenomen dat het aantal christenen in het Midden-Oosten rond het begin van de twintigste eeuw gemiddeld op zo’n 20 procent lag. Daar waren uitschieters bij als Libanon, waar de overgrote meerderheid van de bevolking christelijk was. Maar ook landen als Saudi-Arabië, waar het aantal christenen door de eeuwen heen steeds zeer marginaal was.
Officieel is het percentage christenen in Saudi-Arabië zelfs nul. Want het openlijk beleven van andere godsdiensten dan de islam is er verboden. En op de bekering van moslims tot het christendom staat de doodstraf. Toch leven er wel degelijk christenen in het land, zij het dat zij voornamelijk uit buitenlanders bestaan die er op tijdelijke basis werkzaam zijn.
Die 20 procent van rond 1900 is inmiddels drastisch geslonken. Er heeft in de Arabische wereld een massale uittocht van christenen plaatsgehad. Vaak ging dat schoksgewijs, zoals in Libanon. Daar zagen christenen hun meerderheid tijdens de burgeroorlog tussen 1975 en 1990 gestaag slinken.
In Irak maakten christenen in 1987 met circa 1,5 miljoen gelovigen nog 8 procent van de bevolking uit. Tijdens de Golfoorlog van 1991 ontvluchtten honderdduizenden het land. In 2003 herhaalde dat drama zich – opnieuw naar aanleiding van westers militair ingrijpen. Inmiddels is meer dan helft van de Iraakse christenen verdwenen.
De recente opstanden in de Arabische wereld hebben de christenen evenmin veel goeds gebracht. In Egypte, waar Alexandrië ooit een belangrijk christelijk centrum was, komt het aantal christenen na de verdrijving van president Mubarak nog nauwelijks boven de 10 procent uit.
In Syrië, waar christenen onder het bewind van president Bashar al-Assad doorgaans redelijke bescherming genoten, wordt hun het leven door jihadistische strijdgroepen in toenemende mate onmogelijk gemaakt.
Dat wil overigens niet zeggen dat het vertrek van christenen uit het Midden-Oosten altijd iets met hun godsdienstige overtuiging te maken heeft, meent Fiona McCallum, docent aan de St. Andrewsuniversiteit in Schotland. „Vandaag de dag verlaten christenen steeds vaker de regio om hun religie. Maar voorheen gingen zij vooral op zoek naar meer politieke stabiliteit en economische mogelijkheden.”
In de –overigens seculiere– ideologie van het Arabisch nationalisme konden christenen zich doorgaans prima vinden. Een van de oprichters van de pan-Arabische Ba’athbeweging in 1940 was zelfs een christen.
Maar met de opkomst van de politieke islam is het klimaat voor christenen in veel Arabische landen drastisch veranderd. Zeker met de Arabische lente, die vooralsnog alleen maar geweld en meer invloed voor radicale moslimpartijen heeft gebracht.
De exodus voert soms naar buurlanden, zoals Iraakse christenen, die een relatief veilig heenkomen zoeken in Koerdistan. Maar als ze even de kans krijgen, trekken ze naar het rijke Westen, waar ze doorgaans meer kans op een goede toekomst hebben.
Samir Khalil Samir, een Egyptische hoogleraar aan het Orient Instituut in Rome, is somber over de toekomst van het christendom in het Midden-Oosten. „Neem het voorbeeld van Turkije. Aan het begin van de twintigste eeuw was 20 procent van de bevolking er christelijk. Nu bedraagt dat aantal minder dan 0,2 procent. Als het aandeel christenen heel laag wordt, betekent dat het einde.”
Ongekende groei
Tegenover de exodus van christenen uit Arabische landen staat de toenemende interesse van autochtone bewoners in het christendom.
Algerije. Over dat land gaat het al snel wanneer zendingswerkers het hebben over de groei van de kerk in de Arabische wereld. Eeuwenlang was de kerk er uiterst klein, maar de laatste jaren groeit die in rap tempo. Inmiddels zouden er tussen de 75.000 en de 100.000 Algerijnse christenen in het land leven.
Op een bevolking van bijna 40 miljoen is dat nog altijd een bijzonder klein aantal, maar het is groter dan het de laatste eeuwen ooit is geweest. De kerk groeit met name onder de Berbers in de Kabyle, in het noorden van Algerije.
Arie van der Poel, regiocoördinator Afrika en Midden-Oosten bij de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) in de Protestantse Kerk, noemt het bijzonder dat de kerk juist in Algerije de kerk zo sterk groeit. „Dit is het land waar Augustinus in de 5e eeuw bisschop was van een bloeiende kerk. God kan op Zijn tijd en wijze een nieuw begin geven”, zegt hij in zijn werkkamer in Driebergen.
De christelijke Berbers komen via verschillende wegen tot het christendom. Ze weten zich bijvoorbeeld aangetrokken door de levensstijl van christenen. Of ze vertellen over een droom waarin Jezus hun verscheen. Ook christelijke programma’s op radio en televisie blijken een grote rol te spelen.
Inge Verhoef van de stichting Arab Vision herkent de situatie in Algerije. „We zenden sinds 2002 televisieprogramma’s uit in de Berbertaal”, zegt ze. „De programma’s zijn een uitgelezen middel om dorpjes in de bergen te bereiken. De respons is overweldigend. In vrijwel elk dorp en elke plaats in de Kabyle is er momenteel wel een kerk.”
Verhoef verklaart de ontvankelijkheid van de Berbers onder meer door de openheid van hun cultuur. „Anders dan de Arabische bevolkingsgroep in Algerije zijn ze nooit zo sterk geïslamiseerd. In hun genen bleven, om het zo te zeggen, nog elementen van het aloude christendom zitten.”
De toenemende interesse in het christelijk geloof in de Arabische wereld beperkt zich niet tot Algerije. Ook vanuit Egypte krijgt Arab Vison veel reacties op programma’s, zegt Verhoef. „Elke week worden er in Egypte bekeerlingen gedoopt: in de orthodoxe kerk, in de protestantse kerk, in evangelische gemeenten. De belangstelling voor het christelijk geloof neemt er zonder meer toe.”
De directrice van Arab Vision ziet een verband met de Arabische lente. „De teleurstelling over de moslimbroederschap heeft velen ook aan het denken gezet over de aard van de islam. Ze kunnen via internet en televisie onopvallend kennisnemen van het christelijk geloof.”
Van der Poel herkent het beeld. „In Egypte lijkt er breed in de samenleving sprake van een toenemende afkeer van de strenge islam. Onder de jongeren vindt er een soort innerlijke erosie plaats. Aan de ene kant uit zich dat in secularisatie, aan de andere kant komt ook het christelijk geloof in het vizier.”
Dat er veel christenen wegtrekken uit Egypte is een feit. „Dat is een heel zorgelijke ontwikkeling”, zegt Van der Poel. „Toch geven zij die blijven zelf juist vaak aan niet als slachtoffer gezien te willen worden.”
Getallen zijn niet te noemen, maar ook vanuit Tunesië en zelfs Irak komen verhalen over groei. „We krijgen vanuit Tunesië veel getuigenissen van moslims die tot geloof zijn gekomen”, zegt Verhoef.
In Iran lijkt er sprake te zijn van grote groei. De Nederlandse Iraniër Farshid Seyed Mehdi noemt Iran zelfs het land waar het christendom, na Indonesië, het hardst groeit. „Er wonen inmiddels meer dan 1 miljoen christenen”, zegt de directeur van 222 TV Ministries op zijn kantoor in Almere. Hij wijst op de Bijbel in het Farsi die op tafel ligt. „Wist je dat Iran heel veel in het Oude Testament voorkomt? Er staan grote beloften voor het land in de Bijbel.” Hij wijst op Jeremia 49, waar het gaat over Elam: een rijk dat ooit in het zuidoosten van het huidige Iran lag.
Iran erkent het christendom als officiële religie, maar in de praktijk geldt de vrijheid alleen de Armeens-orthodoxe of buitenlandse kerken, maakt Seyed Mehdi duidelijk. „Zodra er in een kerk Farsi gesproken wordt, begint de tegenwerking.”
Het regime is volgens Mehdi bang om macht te verliezen als burgers zich tot het christendom keren. „Iran is officieel een Islamitische Republiek. Het regime wil via de islam greep op de samenleving houden en vervolgt daarom de christenen. Kerkleiders zijn de laatste jaren opgesloten in de gevangenis. Hun families moeten grote bedragen betalen om hen los te krijgen.”
De televisie-uitzendingen van 222 TV Ministries in het Farsi leveren echter veel respons op. „In de eerste anderhalf jaar van onze uitzendingen, in 2007 en 2008, kregen we ruim 800.000 reacties”, zegt Seyed Mehdi. „Hoe strenger de islam, hoe meer mensen nadenken over de aard van hun geloof. Voordat Khomeini aantrad als leider van de Iraanse Revolutie in 1979, dacht niemand in Iran na over het christelijk geloof. Nu zijn mensen echter op zoek naar een relatie met God.”
Maandag in deze krant gesprekken met Amerikaanse en Canadese regeringsadviseurs over –onder meer– christenen in het Midden-Oosten.
De grote leegloop
Mensen die Mohammed heten en christen zijn, komen niet veel voor. Mohammed (21) uit de Marokkaanse stad Rabat is er echter een. Hoewel hij opgroeide in een zeer religieus gezin, had hij toch veel vragen over de islam. Vragen die niet naar tevredenheid beantwoord werden tijdens de Koranlessen of door de imam. Daarom besloot hij zelf op onderzoek uit te gaan en via internet kwam hij al snel in contact met christenen.
Hij vergeleek de Bijbel met de Koran. „Ik las dat je van de mensen om je heen moest houden. Dat lees je niet in de Koran.”
Christenen in Marokko maken niet meer dan 1 procent uit op een bevolking van 32 miljoen. Van hen is slechts een klein percentage Arabisch christen, zoals Mohammed, de meesten zijn immigranten uit zuidelijkere Afrikaanse landen. De Arabische christenen komen samen in kleine of geheime kerken.
In het Marokkaanse Wetboek van Strafrecht staat dat het verboden is om moslims te bekeren tot een ander geloof. Het gebeurt meer dan eens dat christenen –vaak zonder duidelijke reden– worden vervolgd in Marokko. Ook Mohammed is bang om opgepakt of belaagd te worden. Toch zal hij nooit ontkennen dat hij christen is. „Als iemand mij wil doden omdat ik christen ben, dood me. Ik zal nooit liegen”, zegt hij stellig.
Toen hij enkele christelijk gerelateerde berichten op Facebook zette, kostte hem dat virtuele en ‘echte’ vrienden. Op zijn werk weigerde hij met het vrijdaggebed mee te doen, waarop hij werd ontslagen. En thuis heeft zijn broer al meerdere klappen uitgedeeld, omdat hij het niet eens was met Mohammeds geloofsovertuiging. Hij zegt het nonchalant, alsof hij eraan gewend is. „Ik zal hem nooit terugslaan, dat leert het christendom ons niet. Ik houd van hem.”
Zijn broer is het enige familielid dat van zijn geloof af weet. „Als mijn vader erachter komt, vermoordt hij me.” Zijn ouders zijn niet op de hoogte van het feit dat Mohammed een gebed opzegt voor het slapengaan en elke zondag naar de kerk gaat. Ze weten ook nog niet dat hun zoon niet in Marokko zal trouwen voor de islamitische wet. Maar aangezien christelijke meisjes in Marokko schaars zijn, hoeft hij dat onderwerp voorlopig nog niet aan te snijden.