Eerste Babyhuis van Nederland van start in Dordrecht
DORDRECHT. Twee jaar is initiatiefneemster Barbara Muller bezig geweest om ‘haar’ babyhuis van de grond te krijgen. Onlangs werd de voorziening aan de Brouwersdijk in de Dordtse wijk Crispijn geopend. „Volgende week komt ons eerste kind, binnenkort verwachten we er nog meer. De nood is groot.”
Het Babyhuis: gezellige kamers, warme kleuren, knusse zitjes, vrolijke posters, babyspeelgoed en letters die het woord ”Home” vormen in de vensterbank. „Dat is de sfeer die we willen uitdragen. We bieden baby’s de liefde en aandacht die ze nodig hebben. Ze krijgen hier een veilig, warm en liefdevol thuis.” Het huis is een toevluchtsoord voor ouders die –tijdelijk– niet meer voor hun kind kunnen zorgen, maar willen voorkomen dat hun baby uit huis wordt geplaatst.
Barbara Muller ontdekte een paar jaar geleden dat er grote behoefte aan dergelijke voorzieningen bestaat. „Ik las in een artikel dat een peuter zo lang door haar ouders was mishandeld dat ze stierf. Later zeiden de ouders dat ze „pedagogisch onmachtig” waren. „Lekker makkelijk, zo’n verklaring”, was m’n eerste reactie. Later realiseerde ik me dat er meer van zulke ouders bestaan. Jaarlijks worden in ons land zo’n 300.000 kinderen mishandeld, dat leidt tot één sterfgeval per week. Het komt zo vaak voor dat het de pers niet eens meer haalt.”
In het Babyhuis wordt er alles aan gedaan om zulke noodsituaties te voorkomen, maar ook dat ouders en kinderen door ingrijpen van hogerhand worden gescheiden. „Soms gaan ouders kopje-onder, kunnen ze de situatie niet meer aan. De oorzaken zijn heel divers. Huilbaby’s kunnen ervoor zorgen dat vader en moeder niet meer slapen en prikkelbaar worden. Andere echtparen hebben te maken met psychische nood die een zware wissel op hun leven trekt en soms hebben man en vrouw hooglopende ruzie met elkaar of is er sprake van huiselijk geweld.”
In die gevallen neemt het Babyhuis op verzoek van de ouders de zorg voor het kind over, terwijl de ouders tijd krijgen om orde op zaken te stellen. De baby’s verblijven permanent in het huis aan de Brouwersdijk. De ouders zijn daar ook van harte welkom. „Hoe vaker ze komen, hoe beter dat is. Hier kunnen ze onder deskundige begeleiding leren hoe ze met hun kind moeten omgaan. Soms gaat het om meisjes van amper 16 jaar die plotseling een kind moeten opvoeden. Wij gaan ervan uit dat we met professionele hulp en intensieve begeleiding veel kunnen bereiken. Uitgangspunt is te voorkomen dat de situatie zo uit de hand loopt dat ouders hun kind kwijtraken.”
De ouders mogen niet blijven slapen in het Babyhuis. „Maar we geven alle hulp die nodig is om ervoor te zorgen dat ze het hoofd boven water houden. We zorgen zo nodig voor huisvesting, kijken of er financiële problemen zijn of zoeken werk voor ze.”
Zodra de situatie weer stabiel is, kunnen de kinderen terug naar hun ouders. „Dat is ons eigenlijke doel. Als dat niet lukt, mogen de kinderen bij ons blijven. Zo nodig tot ze volwassen zijn.” Muller vindt dat een betere optie dan de eindeloze verhuizingen van het ene pleeggezin naar het andere. „Gemiddeld komen kinderen in zeven verschillende gezinnen terecht, een traumatische ervaring.”
Een pleegvader en -moeder verblijven permanent in het Babyhuis, waar plaats is voor vier tot zes kinderen. De pleegouders worden bijgestaan door een team van professionele hulpverleners en dertig vrijwilligers. Ouders die behoefte hebben aan opvang kunnen zich zelf aanmelden, het contact kan ook door hulpverleners worden gelegd. Het Babyhuis beperkt zich niet tot hulpvragers uit de regio Dordrecht. „Iedereen die hulp nodig heeft, is welkom.”
Om het Babyhuis met een volledige bezetting draaiende te houden, is 120.000 euro per jaar nodig. „We zijn geheel afhankelijk van giften, maar we komen een heel eind. We worden gedragen door de gemeenschap.”