Voedselbank Veenendaal: Bij hoge nood komen ze wel
VEENENDAAL. De tien schrijnendste gevallen zouden in de proefperiode wekelijks met een voedselpakket geholpen worden. Nog geen maand na de eerste uitgifte zit de Voedselbank Veenendaal op 23. „De vraag is zo groot dat we genoodzaakt zijn elke week vijf tot tien cliënten extra toe te laten.”
De voedselbank heeft nu al een wachtlijst van circa zestig personen. „Allemaal mensen die minder dan 40 euro per week te besteden hebben en niet meer voor toeslagen en aanvullingen in aanmerking komen. Ze kunnen letterlijk geen eten kopen”, zegt voorzitter Willem Diepeveen.
„Helaas is dat maar het topje van de ijsberg. Ik vrees dat we overspoeld worden met aanvragen zodra we te kennen geven dat onze voedselbank voortaan open zal zijn voor iedereen die onze hulp nodig heeft. Van mensen die nu reeds komen horen we dat ze zo al tien personen kennen die op dat moment wachten.”
Het cliëntenbestand is heel gemêleerd, aldus Diepeveen. „Zeker niet allemaal zwakke zielige mensen die slechts hun hand ophouden, op de bank zitten en zelf niets doen. De tijd dat armoede alleen aan de onderkant van de samenleving voorkwam hebben we echt achter ons. Er zijn cliënten die bij postorderbedrijven zo veel hebben besteld dat ze nu in de problemen zitten, maar die zijn absoluut in de minderheid.”
„Iemand is lichamelijk gehandicapt en heeft geen werk meer, een ander heeft plotsklaps ontslag gekregen en vindt door zijn leeftijd geen nieuwe baan. Een derde kan het na een echtscheiding financieel niet bolwerken”, somt de voedselbankvoorzitter op. „Mensen die voor 37 procent afgekeurd zijn vallen in Nederland tussen wal en schip. Die groep heeft het behoorlijk moeilijk. Er kloppen bij ons nu ook mensen aan die een eigen bedrijf hebben dat ineens niet meer loopt. In de bouw is het heel lastig, het hele midden- en kleinbedrijf staat zwaar onder druk. We zien het terug in de nieuwe verzoeken om voedselhulp.”
Diepeveen denkt dat in Veenendaal ook nogal wat verborgen armoede bestaat. „We weten als voedselbank nog lang niet alles. Zo zijn er zeker ondernemers die altijd zelf hun broek hebben willen ophouden en het verschrikkelijk vinden dat ze de voedselbank in moeten lopen. Maar als de nood te hoog wordt, verliest iedereen zijn trots. Dan komen ze wel.”