Opinie

Passend onderwijs stimuleert tot dienstbaarheid

Passend onderwijs is geen straf, maar kan weer inspireren tot dienstbaarheid, stelt dr. L. D. van Klinken.

Dr. L. D. van Klinken
3 December 2013 11:04Gewijzigd op 15 November 2020 07:26
beeld RD
beeld RD

In de onderwijswereld is men druk bezig zich voor te bereiden op de invoering van het passend onderwijs, per 1 augustus 2014. Passend onderwijs staat voor het streven om zo veel mogelijk kinderen binnen de basisschool verder te helpen. Het onderwijsveld doet het voorkomen alsof de leerkrachten van de basisschool hiermee voor een nieuwe en taakverzwarende opdracht staan. Maar voor de reformatorische scholen ligt dat, als het goed is, toch even iets anders.

De achtergrond daarvan is dat binnen het reformatorisch onderwijs kerk en school nauw op elkaar betrokken zijn. De doop­leden van de kerk zijn immers de leerlingen van de school. Vanuit die nauwe verbondenheid hoort de kerk zich dienstbaar aan de school te voelen en omgekeerd dient de school zich dienstbaar op te stellen tegenover de kerk.

Door de kerkelijke verdeeldheid kan dit in de praktijk niet altijd de gewenste vorm krijgen. Dat is echter geen reden om de hele dienstbaarheidsgedachte opzij te zetten. Vanuit die dienstbaarheidsgedachte heeft het reformatorisch onderwijs er, als het goed is, altijd al naar gestreefd om zo veel mogelijk kinderen uit de gemeenschap op de lagere school en later de basisschool verder te helpen. Het passend onderwijs past daar in principe goed bij.

Vanzelfsprekend zijn er grenzen, want een leerkracht kan gewoonweg niet tegemoetkomen aan de onderwijsbehoeften van alle kinderen. Daarom is het goed dat er ook speciale (basis)scholen zijn. De reformatorische school zal daar echter alleen bij gebleken noodzaak naar mogen verwijzen. Plaatsingsargumenten die getuigen van vanzelfsprekendheid of gemakzucht zijn niet minder dan aanklachten tegen de verwijzende reformatorische school.

Inspiratiebron

Als ik me niet vergis, is de gedachte van dienstbaarheid aan de gemeenschap tegenwoordig op veel reformatorische scholen echter achter de horizon verdwenen. De invoering van passend onderwijs is daarom een goed moment voor bezinning. De dienstbaarheidsgedachte moet weer een inspiratiebron zijn of worden voor een leerkracht die passend onderwijs op zich af ziet komen.

Dat deze opvatting binnen het reformatorisch onderwijs veelal niet meer inspirerend werkt, is niet goed te praten, maar wel te begrijpen. Het prestatiegerichte denken dat door de druk van de onderwijsinspectie de scholen al een aantal jaren in zijn greep heeft, –hoe hoger de Cito-score, hoe beter– is denken vanuit het individu. Wie denkt vanuit dienstbaarheid, denkt echter niet vanuit het individu, maar vanuit de gemeenschap. Dat vraagt om een omslag in de houding van veel leerkrachten en directies.

Maar de invoering van passend onderwijs moet niet alleen aangegrepen worden als een bezinningsmoment op de taak van de leerkracht. Ook de vormende waarde van passend onderwijs voor de leerling vraagt bezinning. Ook die is immers in de ban geraakt van het denken vanuit het individu. Het prestatiegerichte denken van de leerkracht heeft de leerling het gevoel gegeven dat alleen zijn prestaties tellen en daarom maximaal moeten zijn. Het gevolg hiervan is dat er een generatie opgroeit die we zelf geleerd hebben individualistisch te denken.

Participatie

Door de economische crisis is de verzorgingsstaat ter ziele. De overheid roept nu noodgedwongen op tot een participatiesamenleving. Van iedereen die dit kan, wordt gevraagd om verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf en de omgeving. We moeten uitgaan van de eigen kracht van de burger en zijn netwerk.

Daarin ligt een uitdaging voor het reformatorisch onderwijs. 
We moeten de kinderen leren te denken vanuit de gemeenschap. Hulp aan de naaste moet vanzelfsprekend zijn en naastenliefde moet weer een deugd worden. Passend onderwijs kan ons daarbij helpen.

Een voorbeeld van hoe dit zou kunnen werken. Omdat we zo veel mogelijk kinderen uit de gemeenschap op de basisschool willen helpen, is in de klas de variatie in verstandelijke vermogens groot. Wanneer we het individualistisch prestatiegerichte denken loslaten, hoeft de leerkracht zich niet meer bezwaard te voelen als kinderen op elkaar moeten wachten, omdat de leerkracht niet iedereen tegelijk kan helpen. Het is van vormende waarde wanneer kinderen geleerd wordt rekening te houden met de ander. Is het ook niet van pedagogische waarde wanneer een kind aan een medeleerling mag uitleggen hoe die moeilijke som kan worden opgelost?

Er zijn gelukkig al meer mooie inspirerende voorbeelden bekend van hoe betrokken kinderen elkaar kunnen helpen, als zij er maar de gelegenheid voor krijgen. Dat is opvoeden tot dienstbaarheid aan de gemeenschap. Zo kan passend onderwijs de leerkracht inspireren tot dienstbaarheid en de leerling toerusten tot hulp aan de naaste.

De auteur is werkzaam bij het Ds. G.H. Kerstencentrum en lid van de kenniskring Passend leraarschap bij Driestar Educatief.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer