Naar schatting 350.000 demonstranten negeerden zondag een verbod van de rechter om op het Onafhankelijkheidsplein in het centrum van de hoofdstad Kiev te betogen. Ze braken de hekken af waarmee het plein was afgezet. Bij het presidentiële hoofdkwartier liep het even uit de hand. Betogers probeerden daar met een graafmachine door de politielinies te breken, waarna de politie traangas gebruikte om de menigte te verdrijven.

Leiders van de oppositie namen afstand van het optreden van die demonstranten en zeiden dat de actie in scène was gezet door aanhangers van de regering. Die zou een excuus willen hebben om voor de tweede achtereenvolgende dag hard tegen de betogers op te treden. Zaterdagochtend raakten zeker 35 mensen gewond, toen de politie een betoging tegen de president in de hoofdstad uiteensloeg. Het politiegeweld was zo hevig dat Janoekovitsj zei „bijzonder verbolgen” te zijn en een onmiddellijk een objectief onderzoek naar het optreden van de politie gelastte.

Minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken hekelde ook het „excessief geweld” en riep de regering in Kiev via Facebook op het recht van demonstranten om voor hun mening uit te komen, te respecteren.

Zaterdagmiddag verliep een nieuwe betoging tegen de regering in Kiev vreedzaam. Dat gold ook voor een betoging in de stad Lviv in het westen van het land. De inwoners daar zijn een sterk voorstander van nauwe banden met de EU. In de stad Charkov in het noordoosten betoogden mensen juist voor Janoekovitsj. De president heeft in dat Russischsprekende deel van het land veel aanhang en de bevolking ziet daar graag nauwere banden met Rusland.