Binnenland

’Meer onderzoek nodig naar babysterfte’

Wetenschappers tasten nog in het duister over de oorzaken van de hoge babysterfte in Nederland. Uit onderzoek blijkt dat Nederland de hoogste babysterfte heeft van de vijftien EU–landen. Prof. J. Nijhuis, hoogleraar verloskunde noemde de uitkomst donderdag ’zorgwekkend’. „Alle veronderstellingen zijn speculatief. Nader onderzoek is nodig. Het is allemaal giswerk."

ANP
27 November 2003 16:28Gewijzigd op 14 November 2020 00:45

Nederland scoort in het Europees onderzoek naar babysterfte ongunstig. Van alle betrokken landen heeft het de hoogste sterfte rondom een geboorte: Van de duizend baby’s sterven er zeven voor de geboorte. In België gaat het om 4,5 per duizend en in Duitsland om 3,5 per duizend.

Verder blijkt elders in Europa de sterfte de eerste maand na de geboorte gemiddeld drie per duizend geboortes te zijn, terwijl die in Nederland vier per duizend is. Ook sterven er in Nederland gemiddeld meer kinderen met een laag geboortegewicht (lichter dan 2500 gram).

De onderzoekers Nijhuis en dr. S. Buitendijk, die Nederland in het onderzoek vertegenwoordigden, noemen de cijfers „verontrustend". Volgens hen ligt er een aantal mogelijke verklaringen aan de slechte score ten grondslag. Zo wordt in Nederland minder gescreend op aangeboren afwijkingen waardoor minder zwangerschappen vroegtijdig worden afgebroken. Landen als Frankrijk, Groot–Brittannië en Zweden bieden die standaard prenatale screening wel.

Staatssecretaris Ross verklaarde vorige week nog dat zij tegenstander blijft van prenatale screening bij vrouwen onder de 36 jaar. Nijhuis vindt dat alle zwangeren in Nederland in ieder geval recht hebben op informatie over die testen. Nu krijgen alleen vrouwen boven de 36 die. „Dat is oneerlijk."

In Nederland is volgens de wetenschappers ongeveer 25 tot 30 procent van de babysterfte te verklaren uit aangeboren afwijkingen. Het gaat onder meer om kinderen met het Down Syndroom en om kinderen die geboren worden met een open ruggetje of zonder hersens.

Ook is in Nederland het beleid van behandelen van veel te vroeg geboren kinderen conservatief. „Kinderen die geboren zijn met een zwangerschapsduur van minder dan 26–27 weken, worden alleen behandeld als artsen de kans op overleven groot achten. In andere landen wordt vaker en uitgebreider ingegrepen", meldden de onderzoekers.

Een andere mogelijke oorzaak voor de hoge babysterfte is het grote aantal allochtone moeders. „Veel van die vrouwen melden zich eenvoudigweg niet voor prenatale controles waarin we vroegtijdig risicofactoren kunnen opsporen. Deze vrouwen komen soms pas naar de arts als ze weeën krijgen."

Nijhuis vindt dat Nederland ook moet gaan nadenken hoe het vrouwen kan stimuleren eerder een kind te nemen. 19,4 procent van de Nederlandse moeders, krijgt een kind op of na haar 35e. Daarmee stijgt ook de kans op aangeboren afwijkingen en het krijgen van een meerling met een verhoogd risico op vroeggeboorte of laag geboortegewicht. „Veel vrouwen stellen een zwangerschap uit omdat die een conflict geeft met de carrière."

Nijhuis pleitte donderdag voor eenduidige registratie in Europa. Registratie van zwangerschappen gebeurt in Nederland vroeger dan in veel andere landen. „Wellicht is het resultaat daardoor enigszins vertekend, maar daar kunnen we ons niet helemaal achter verschuilen", zegt ook Buitendijk.

We moeten vooral verder kijken, vindt Nijhuis. „Meer onderzoeken is nodig. We moeten analyses maken en meer inzicht krijgen in de problematiek."

Eerder dit jaar bleek na onderzoek dat in Amsterdam 66 kinderen dood gaan voordat ze een jaar zijn. De zuigelingensterfte bij allochtonen ligt in de hoofdstad 20 tot 35 procent hoger dan bij de autochtone Amsterdammers.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer