China is uit op versterking van zijn aanwezigheid in Oost-Europa
Terwijl westerse landen worstelen met de gevolgen van de economische crisis, gaat China door met het versterken van de handelsrelaties met opkomende markten. Oost-Europa lijkt nu in beeld te zijn bij de Chinezen. De nieuwe premier, Li Keqiang, was deze week in Roemenië.
Het was het eerste bezoek van een Chinese leider aan de genoemde regio in bijna twintig jaar. Li sprak met ambtgenoten van Oost-Europese landen tijdens een top in Boekarest, het Economic and Trade Forum of China and Central and Eastern Europe (CEE). Op de agenda stonden handel en economische samenwerking. Honderden zakenlieden waren bijeen om contacten te leggen, onder wie zo’n 300 Chinese CEO’s.
„China is erg opportunistisch”, zegt Thomas König, coördinator voor China bij de European Council on Foreign Relations (ECFR). „Omdat West-Europa kampt met de crisis, moet Oost-Europa wachten op deals met de westerburen. China maakt daar gebruik van.”
China is sinds een paar jaar actief als investeerder in Centraal- en Oost-Europa. Tijdens een bezoek aan Polen in april kondigde Wen Jiabao, de toenmalige Chinese premier, 10 miljard dollar (7,3 miljard euro) aan investeringssteun aan, bestemd voor Chinese investeerders in het gebied. Het doel, gaf Wen Jiabao aan, is om in 2015 de handel tussen China en de regio uit te breiden naar 100 miljard dollar.
Zoektocht
Chinese bedrijven richten zich in landen als Polen, Hongarije, Roemenië en Kroatië vooral op grote infrastructuurprojecten: wegen, spoorwegen, bruggen en elektriciteitscentrales. „De relatie met China is pas de laatste twee jaar op stoom gekomen, hoewel de landen in communistische tijden uiteraard een relatie hadden die gebaseerd was op een gezamenlijke ideologie”, zegt Katarzyna Nawrot, als econoom verbonden aan de Poznanuniversiteit in Polen. Volgens Nawrot richten de Chinezen zich niet alleen op infrastructuur, maar ook op nieuwe technologie, het verwerven van merken en productie-investeringen.
In februari 2012 ging Great Wall, een van de grootste autofabrikanten in China, van start met een assemblagelijn in Bulgarije, met als doel expansie naar de Europese markten. De Chinese technologiegiganten Huawei en ZTE hebben distributiecentra geopend in Hongarije en Roemenië.
„De industriële overcapaciteit in China leidt tot een zoektocht naar nieuwe exportmarkten en toegangspoorten tot de bredere Europese interne markt. Dat is precies wat Oost-Europa biedt”, constateert Jonathan Holslag, hoofd onderzoek bij het Brusselse Institute of Contemporary China Studies (BICCS). „In Oost-Europa kunnen goedkope productie- en distributiefaciliteiten worden opgezet. Dat past in de Chinese strategie voor Europa.”
China haalt veel van zijn groei uit export. Dertig miljoen banen zijn direct gerelateerd aan de export. Het land hoopt op nieuwe exportkansen in Oost-Europa als de economie en de middenklasse daar gaan groeien.
Niet alle Chinese deals in de regio pakten overigens goed uit. In 2009 haalde een Chinees bedrijf een opdracht binnen om in Polen een snelweg aan te leggen tussen Warschau en Lodz. Het zette Chinezen in in plaats van Poolse werknemers en liep daarmee aan tegen problemen met de immigratiewetgeving, andere juridische problemen en weerstand onder de lokale bevolking. Het bedrijf zag zich na een paar jaar gedwongen te vertrekken.
Wantrouwen
Nawrot wijst erop dat er in Polen veel wantrouwen heerst als het gaat om Chinese investeringen. „Weinig Polen geloven dat het de Chinezen alleen om goede zaken te doen is. Het land zou op meer uit zijn.” König analyseert: „Oost-Europa is geen doel op zichzelf. Net zoals de Chinese interesse in Afrika ingegeven werd door de honger naar grondstoffen, gaat het bij de interesse in Oost-Europa uiteindelijk om een toegangspoort tot de Europese Unie.”
Met het openen van vestigingen in landen zoals Bulgarije, Roemenië en Litouwen, kunnen Chinese bedrijven eenvoudiger toegang krijgen en goedkoper produceren. De Chinese overheid kan tegelijkertijd nauwere relaties opbouwen met landen die in Europa belangrijker zullen worden.
„Oost-Europa wordt diplomatiek gezien belangrijker”, zegt Shi Yinghong, hoogleraar internationale betrekkingen aan de Renminuniversiteit in China. „Centraal- en Oost-Europese landen zijn gelijkwaardige EU-lidstaten, dus is het diplomatiek gezien goed voor China om betrekkingen met deze landen te hebben.”
Shi meent dat er geen verliezers bij dit proces zijn. Anderen zien dat anders. Holslag: „De EU als collectief verliest geloofwaardigheid. Het feit dat lidstaten zich steeds meer op eigen houtje tot China wenden, doet geen goed aan de Europese geloofwaardigheid als internationale speler. Ik verwijt de Oost-Europese landen niets, maar het laat wel zien hoe zwak de EU op dit moment is.”