De stelling dat homo’s en lesbiennes in de kerk een „warm welkom” moeten krijgen, is de eerste van achttien conclusies van de commissie en vormt het kader voor de overige aanbevelingen. De ”Working Group on Human Sexuality”, richtte zich hoofdzakelijk op homoseksualiteit, omdat dit thema in de kerk de laatste jaren tot vragen en spanningen leidde. De werkgroep verrichtte bijna twee jaar onderzoek, organiseerde tevens gesprekken met deskundigen en ontmoette homoparen, vaak bij hen thuis, om te luisteren naar hun ervaringen en inzichten.

Volgens het rapport zijn er diverse punten waarop de kerkelijke leer en de algemeen aanvaarde normen in de Engelse maatschappij, wrijving veroorzaken. De commissie concludeert dat die wrijving het meest ervaren wordt door christenen met een homoseksuele of lesbische gerichtheid enerzijds en door christenen die de autoriteit van de Bijbel voor de inrichting van het leven onderstrepen anderzijds.

Er is volgens de rapporteurs zelfs gedurende de bijna twee jaren waarin de commissie haar werk deed, sprake van elkaar snel opvolgende ontwikkelingen op het gebied van de visie op seksualiteit en seksuele relaties. Daarmee doelen ze onder meer op de discussie in het Verenigd Koninkrijk over de invoering van het homohuwelijk. De werkgroep heeft om die reden alle op dit gebied beschikbare gegevens over hoe de Engelse samenleving denkt over seksualiteit, op een rij gezet. In het rapport worden deze onderverdeeld in vier thema’s: homofobie, wetenschappelijke bewijzen, Schriftuurlijke bewijzen en theologische publicaties.

De werkgroep stelt dat ze geen verandering bepleit in de kerkelijke standpunten rond de seksuele praxis. Al meer dan tien jaar is in de Anglicaanse Kerk discussie over het dienen in een kerkelijk ambt van iemand die een homorelatie heeft. Wie dient in een kerkelijk ambt, zou volgens de commissie de kerk ervan moeten verzekeren dat zijn seksueel gedrag niet strijdt met de leer van de kerk, „ongeacht of iemand getrouwd is, alleenstaand is of leeft in een geregistreerd partnerschap.”

Als het gaat om kerkelijke samenkomsten rond homopartners die elkaar trouw beloven, veronderstelt de werkgroep dat geestelijken, wanneer plaatselijke kerkbesturen daarmee instemmen, op een passende manier een kerkelijke plechtigheid leiden. In april stelde een andere kerkelijke werkgroep dat de kerk niet zal overgaan tot het inzegenen van homohuwelijken, omdat de kwalificatie ”huwelijk” in de Bijbel nadrukkelijk gekoppeld wordt aan een relatie tussen een man en een vrouw.

Volgens de werkgroep die donderdag rapport uitbracht, wordt met de aanbeveling rond de kerkelijke omgang met homorelaties, geen voorschot genomen op een eventuele invoering van het homohuwelijk. Ook meent ze dat geestelijken niet gedwongen kunnen worden tot het leiden van een plechtigheid in het kader van een homorelatie.

Drie aanbevelingen gaan over groepsgesprekken die de kerk zou moeten houden, om zowel binnen als buiten de Anglicaanse Gemeenschap in gesprek te komen over de vaak „grote verschillen van mening over de uitleg van de Schrift rond vragen over seksualiteit en over de noodzaak voor homo’s en lesbiennes om heilig te leven.”

Daarnaast roept de werkgroep de kerk op om homofobie te bestrijden „ waar en wanneer dit ook wordt aangetroffen.” Bovendien zou de kerk om vergeving moeten vragen om het gebrek aan welkom en acceptatie waarmee homo’s in het verleden te maken kregen vanuit de kerk.

Het rapport bevat ook een bijlage met daarin een minderheidsstandpunt van de bisschop van Birkenhead, Keith Sinclair. Deze behoort tot de behoudende evangelicale stroming in de Anglicaanse Kerk. Sinclair stelt weliswaar de problemen die gesignaleerd worden te herkennen en kan ook een eind meekomen met de gedachtegang van het rapport. Op een aantal terreinen wordt volgens hem echter de binding aan de Schrift losgelaten en dreigt de kerk zich aan te passen aan de eisen van de seculiere maatschappij.

Het officiële standpunt van de Church of England over seksualiteit is, dat wie niet getrouwd is zich heeft te onthouden van seksuele gemeenschap. De Lambeth Conferentie van 1998, waarbij Anglicaanse bisschoppen van over de hele wereld samenkwamen, bevestigde dat de homoseksuele praxis niet in overeenstemming is met de Schriften.

In 2005 stelde het Huis van Bisschoppen in een herderlijke brief dat „de Church of England geen inzegeningen verzorgt voor degenen die een geregistreerd partnerschap aangaan.” Tegelijkertijd stelden de bisschoppen: „Wanneer geestelijken benaderd worden door mensen die vragen om gebed in verband met het aangaan van een geregistreerd partnerschap, moeten ze op een pastorale en gevoelvolle wijze reageren, in het licht van de omstandigheden van ieder individueel geval.”

In een reactie donderdag op het rapport stellen de aartsbisschoppen van Canterbury en van York, Welby en Sentamu, dat er allerlei voetangels en klemmen zitten aan de kerkelijke benadering van seksualiteit en seksuele relaties. Het thema is „moeilijk” en vormt een mogelijke „splijtzwam”, aldus de kerkleiders. Ze stellen dat er sprake is van „een proces van reflectie”, ook wanneer de Engelse bisschoppen het rapport in december en januari bespreken.

De werkgroep rond het thema is in januari 2012 ingesteld door het Huis van Bisschoppen van de Engelse kerk. Ze bestond uit vier bisschoppen en een onafhankelijke voorzitter, de gepensioneerde Britse topambtenaar Sir Joseph Pilling. Aan de werkgroep werden drie adviseurs toegevoegd: ethicus prof. dr. Robert Song, hoofd van de faculteit theologie van de Universiteit van Durham, aartsdiaken Rachel Treweek-Montgomery uit Hackney en dr. Jessica Martin, priester in enkele parochies ten Noorden van Londen.

Beluister hier de toelichting van werkgroepvoorzitter Pillings tijdens de persconferentie donderdag.

Het rapport is digitaal (betaald) te lezen als e-book via de website van de Church of England

Lees hier een persbericht van de Church of England over het rapport.

Beluister hier een radio-interview met de voorzitter van de werkgroep, Sir Joseph Pilling.

Op de website van Church Times, het weekblad van de Anglicaanse Kerk, staat een artikel over het rapport met onderaan een opsomming van alle achttien aanbevelingen.