Internet verbreedt blikveld Chinezen
De informatievoorziening in communistisch China is lange tijd beperkt geweest tot de staatsmedia. Ook vandaag de dag nog blokkeert de regering informatiebronnen. Maar er is een medium dat moeilijk te controleren valt en steeds meer gebruikt wordt in China: internet.
„Ik zal niet beweren dat China democratisch is, maar de informatie kan niet meer gecontroleerd worden”, zegt Guo Liang, onderdirecteur van het Onderzoekscentrum voor Sociale Ontwikkeling van de Chinese Academie voor Sociale Wetenschappen. In opdracht van de in New York gevestigde Markle Foundation voerde hij een onderzoek uit over het internetgebruik in China. Hij ondervroeg 4100 mensen van 17 tot 60 jaar in twaalf Chinese steden.
„SARS is een goed voorbeeld”, vervolgt hij, in een interview in New York. „Nog geen tien jaar geleden konden mensen bijna niets bekritiseren. De regering kon dingen makkelijk verzwijgen en mensen durfden zo goed als niets openbaar te maken.” De SARS-epidemie werd snel algemeen bekend en leidde tot kritiek op de regering over haar aanpak.
Speciale filters blokkeren surfers in heel China de toegang tot sites van dissidenten die in het buitenland zitten, van mensenrechtengroepen en van nieuwsdiensten. De maatregel is echter niet waterdicht en soms onverklaarbaar willekeurig. Volgens Guo en andere deskundigen zijn de filters weinig effectief.
„Je kunt internet niet controleren. Dat is mijn basistheorie”, stelt Guo. „Mensen hebben toegang tot allerlei informatiebronnen. De filters kunnen geen beelden scannen.”
Als voorbeeld noemt hij Falun Gong, de spirituele beweging die door de regering is verboden als ”kwade cultus”. „Ik krijg nog steeds iedere week een bericht van Falun Gong. In Chinese karakters, maar opgesteld als een foto. Hoe kun je dat filteren? Onmogelijk”, verklaart hij.
Hoewel Guo’s onderzoek niet representatief is voor de hele Chinese bevolking, geeft het wel een uniek inzicht in de rol van internet in China. Bijvoorbeeld in de uitwerking die het heeft op de politiek. Voor het eerst beschikken burgers over een platform waar zij hun mening kunnen uiten en kunnen zij een blik werpen op de rest van de wereld.
Van de ondervraagden is 72 procent het erover eens dat mensen door internet meer mogelijkheden hebben hun politieke standpunt te verkondigen. Ruim 60 procent vindt dat internet de gelegenheid biedt het beleid van de regering te bekritiseren en 73 procent is van mening dat regeringsfunctionarissen door internet een beter begrip krijgen van de standpunten van de gemiddelde burger. Slechts 13 procent is voorstander van het controleren van politieke informatie.
Er zijn in China ongeveer 68 miljoen gebruikers van internet, op een totale bevolking van 1,3 miljard, zo blijkt uit gegevens van het Chinese Informatiecentrum voor het Internetnetwerk. De meeste surfers zijn te vinden in grote steden als Peking en Sjanghai, waar ongeveer 30 procent van de inwoners on line gaat. Een iets kleiner percentage, 27 procent, van de inwoners van kleinere steden maakt gebruik van internet. „Dat verwachtte ik niet”, zegt Guo. Volgens zijn onderzoek heeft een meerderheid van de gebruikers thuis een internetaansluiting, maar gaan ook veel mensen naar internetcafés. Een klein aantal surfers gaat op school of het werk internet op.
De meeste Chinese internetgebruikers bezoeken websites, 51 procent maakt gebruik van e-mail en 49 procent gaat het web op om muziek te downloaden. Slechts 5,3 procent van de ondervraagden doet aankopen via internet. Degenen die dat doen geven gemiddeld per jaar zo’n 50 dollar uit aan kleine spullen als boeken, tijdschriften en cd’s. Daarbij moet gezegd worden dat de creditcard niet wijdverspreid is in China en goede bezorgdiensten schaars zijn.
Hao Xiaolei is een van de mensen die vanuit haar huis in Peking wel eens wat op internet koopt. „Ik heb een account met mijn adres en na de bevestiging van mijn aankoop komt iemand van hen het bij me brengen”, schrijft ze in een e-mail. „Dan betaal ik er contant voor. Ze beloven me dat het binnen 48 uur geleverd wordt.”
China heeft meer dan 3300 internetcafés laten sluiten na een brand in juni 2002 in een internetcafé in Peking waarbij 25 mensen omkwamen. De regering noemt het een veiligheidsmaatregel. Nog eens 12.000 internetcafés hebben tijdelijk hun deuren gesloten omdat ze verbeteringen in de veiligheid wilden aanbrengen.
China stimuleert het gebruik van internet voor zaken en onderwijs, maar probeert het surfen verder zo veel mogelijk binnen de perken te houden. Vorig jaar zijn nieuwe regels van kracht geworden, volgens welke minderjarigen niet in internetcafés mogen komen. Guo stelt echter dat veel internetcafés geen vergunning hebben en hun klanten niet controleren. „Een van de redenen waarom jongeren graag naar een internetcafé gaan, is omdat er niet veel vermaak en geen nachtleven is en ze niet weten wat ze anders moeten doen”, aldus Guo.