„We hopen dat Moberg een koopje is”
En dat is nummer drie dit jaar. Aandeelhouders van Ahold hebben er weer een ontmoeting met de top van van het grootgruttersconcern opzitten. Veel meer dan een formaliteit is zo’n zitting niet, simpelweg omdat Ahold dankzij een zogenoemd administratiekantoor op voorhand is verzekerd van de meerderheid van de stemmen. De aandeelhoudersvergadering is wél een aardige graadmeter als het om de publieke opinie gaat. „We hopen dat Moberg een koopje is.”
Deze uitspraak is opvallend, omdat de nieuwe topman tijdens de vorige vergadering zwaar onder vuur kwam te liggen vanwege zijn exorbitante beloningspakket. De man van 10 miljoen, zo sneerden beleggers. Met name de vette vertrekpremie viel verkeerd, evenals een gegarandeerde bonus. Klanten van Albert Heijn deden er nog een schepje bovenop en boycotten de supermarkt die op de kleintjes zegt te letten.
Die heetgebakerde toon was er woensdag in Amsterdam niet meer bij. Er was genoeg kritiek, uiteraard. De boekhoudschandalen bij de Amerikaanse dochter US Foodservice en de daarop volgende crisis zitten de aandeelhouders nog steeds hoog. De waarde van wat eens een volksaandeel werd genoemd, smolt daardoor als sneeuw voor de zon.
Er zijn koppen gerold, maar dat mogen er best meer zijn, betoogt een van de aandeelhouders. „Er is 800 miljoen dollar van ons gestolen. Gaat u die terugvorderen bij de schuldigen?” En: „Kunt u accountant Deloitte & Touche aansprakelijk stellen voor de schade?” wil directeur Peter Paul de Vries van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) weten.
De antwoorden van de voorzitter van de raad van commissarissen, Henny de Ruiter, blijven aan de magere kant. Dat heeft ook te maken met de verschillende (juridische) onderzoeken die nog lopen. Er zijn hoofdrolspelers in het fraudeschandaal -er werden bonussen bedongen voor fictieve leveranties- opgespoord. „Tussen de vijf en de tien.” Verder zijn „tientallen” mensen de laan uit gestuurd. Maar meer wil Ahold er voorlopig niet over kwijt. En nee, de huisaccountant heeft weinig te vrezen. „Als wij zeggen dat zij hun werk niet goed hebben gedaan, kunnen zij antwoorden dat de vennootschap ze heeft misleid.”
Voor het uitkeren van een bonus boven op Mobergs gewone jaarsalaris van 1,5 miljoen euro zijn ondertussen criteria opgesteld; de vertrekpremie is al weken geleden geschrokken van tafel gehaald. Zowel de VEB als vertegenwoordigers van de pensioenfondsen ABP en PGGM blijven echter hun vraagtekens houden. Het ’extraatje’ dat Moberg kan beuren, is nog altijd 2,5 keer zijn jaarsalaris en de criteria zijn bepaald niet meetbaar geformuleerd, luidt de harde kritiek.
Maar van een halve opstand van de kant van beleggers is geen sprake meer. Moberg lijkt als persoon niet slecht te vallen. Op echte wapenfeiten heeft niemand hem nog kunnen betrappen, maar het feit dat de koers van het aandeel Ahold sinds zijn aantreden zo ongeveer is verdubbeld, geeft kennelijk vertrouwen. „We kunnen nog langer over dat salaris praten, maar ik vind dat Moberg een goed onderhandelaar is geweest. En ik hoop dat we over een paar jaar kunnen zeggen: Die man was een koopje.”
Ineke Genestet, op de aandeelhoudersvergadering begin september nog furieus in de aanval, probeert het nog één keer met een charmeoffensief. „Als meneer Moberg een deel van zijn bonus nou eens verdeelt onder al die hardwerkende Ahold-medewerkers?” Tevergeefs. De grote baas heeft al een streep onder de discussie gezet. „Ik wil nu mijn werk doen.”
Betrokkenheid bij Ahold kan de aandeelhouders niet worden ontzegd. Terwijl ze op voorhand weten dat de stemming over de voorstellen -de uitgifte van aandelen, de goedkeuring van een jaarverslag over 2002 met 750 uitglijders en de benoeming van een topbestuurder- dankzij het administratiekantoor in het voordeel van de concernleiding uitvalt, gaan ze vijf uur lang in debat.
Over de aanbevelingen van de commissie-Tabaksblat over goed ondernemingsbestuur bijvoorbeeld: „Waarom benoemen jullie een topjurist in de raad van bestuur? Is dat om de aanbevelingen uit te voeren of om de mazen in de regels te benutten?” willen de pensioenfondsen weten. Of over de manier waarop Ahold omgaat met zaken zoals milieu, diervriendelijkheid en dierenwelzijn. Maar ook over het „eindelijk vrijgeven” van de broodjes: „Ik heb honger, dit is een grof schandaal.”