Volgens Dijsselbloem heeft de belastingbetaler in het verleden de rekening betaald van bankiers die te grote risico’s namen. „En dat accepteren we niet meer.”

Hij erkent dat er nog altijd mogelijkheden zijn om binnen Europa een bonus van 100 procent uit te keren en buiten Europa kan dat zelfs oplopen tot 200 procent. Maar dat geldt onder „strikte voorwaarden” en in heel speciale gevallen die aan De Nederlandsche Bank moeten worden voorgelegd.

Volgens Dijsselbloem blijven in bijvoorbeeld de city in Londen en buiten Europa „gevaarlijke bonussen” betaald worden, maar daar kan hij niet veel aan doen. Wel gaat het strenge bonusplafond dat hij in Nederland invoert, ook gelden voor mensen in Nederland werken voor buitenlandse banken.

De maximering van bonussen stond al in het regeerakkoord dat VVD en PvdA vorig najaar sloten. De wet, die per 1 januari 2015 moet ingaan, is onderdeel van het kabinetsstreven om de financiële sector weer duurzaam en dienstbaar aan de burger te maken.

Dat is nodig nadat de staat sinds eind 2008 drie van de vier grootste Nederlandse banken met miljarden heeft moeten steunen in de kredietcrisis. ABN Amro en SNS Reaal moesten via nationalisatie van de ondergang gered worden en ING kreeg 10 miljard euro staatssteun. Volgens Dijsselbloem zijn perverse prikkels als hoge beloningen en bonussen één van de oorzaken van de financiële crisis.

Volgens Dijsselbloem hebben de Nederlandse banken en verzekeraars „niet heel sterk” gelobbyd tegen zijn nieuwe wetgeving. De sector heeft er niet om gevraagd, zei hij, maar beseft wel dat er breed politiek draagvlak voor is. „En ook de samenleving is er helemaal klaar voor. Ze beseffen dat en beseffen ook dat het een gelopen race is. Dit is niet bedoeld als straf, maar om de financiële sector weer gezond te krijgen.”