Dat zei coördinator Esther van Neerbos van de stichting Signi Zoekhonden. Die zoekt sinds maandagmiddag in de stad Tacloban met vier honden en drie begeleiders naar slachtoffers van de cycloon die het land heeft getroffen.

Bergingsteams bestaande uit Filipino’s en Zuid-Koreanen hebben dinsdag 12 van de gevonden doden geborgen. Volgens Van Neerbos is er een gebrek aan bergingsmateriaal als graafmachines en bulldozers, waardoor het bergen van de lichamen minder vlot verloopt.

De lokale autoriteiten willen veel meer speurhondenteams naar het gebied zien te krijgen. „We willen een blitzkrieg van honden loslaten op de belangrijkste zoekplekken”, zei Bubi Arce, verantwoordelijk voor de taskforce die lichamen van slachtoffers traceert onder het puin, en bergt.

„Wij vragen zoveel mogelijk hondenteams om ons te helpen de moerassen uit te kammen.” Werden er voorheen meer dan 100 lichamen per dag geborgen, nu zijn dat er nog maar 15. Er worden wel meer lichamen gevonden, zegt Arce. Maar het lukt niet meer om ze ook allemaal uit te graven. Het regenseizoen maakt de bergingswerkzaamheden niet gemakkelijker.

„Wij willen ons meer concentreren op het bergen, in plaats van op het zoeken. Nu zijn we vooral dáár veel tijd mee kwijt”, zegt Arce. Jagers met goed getrainde honden die ervaring opdeden in bijvoorbeeld Haïti, roept hij op om te komen helpen zoeken rondom Tacloban.

Ook maandag hadden de Nederlanders al twee doden gevonden en tientallen locaties gemarkeerd. Dat laatste gebeurt door lange stokken met rood-witte linten in het puin te steken.

De speurders hadden dinsdag bij hun werk wel last van de regen, die de blubber en troep verergerde. Het team gaat tot en met zaterdag door met het zoeken. In de regio Tacloban zijn mogelijk nog ongeveer 4000 vermisten.

De Nederlandse honden werden al eerder ingezet bij rampen in het buitenland, zoals in Japan dat in 2011 werd getroffen door een tsunami en in 2010 na een zware aardbeving in Haïti.