MAF-piloot Christiaan Haak vliegt regelmatig voor Medair (met video)
MABAN. Vliegen is zijn passie, maar betrokken zijn bij het werk van Medair op de grond vindt Christiaan Haak, MAF-vlieger in Zuid-Sudan, net zo belangrijk.
Op de basis in Juba, de hoofdstad van Zuid-Sudan in het zuiden van het land, vertelt Haak over zijn liefde voor vliegen, maar hij benadrukt dat dit „zeker niet” het enige is wat hem in de lucht houdt. Even belangrijk is voor hem betrokkenheid bij het werk op de grond, bijvoorbeeld bij wat Medair onder de vluchtelingen in Maban doet. „Tijdens een vlucht probeer ik altijd iemand van de passagiers op de stoel van de copiloot naast me te krijgen om een praatje te maken. Ik wil graag weten waar ik voor vlieg en wil ervan op de hoogte blijven van hoe de projecten lopen en waarmee ik ze kan bemoedigen.”
Vliegen er niet-christenen mee, dan doet Haak er evenmin het zwijgen toe. „Ik vloog pas een vrouw die hier al jaren bezig is om stammen onderling te verzoenen. Ze zei: Ik kom maar niet verder met dat werk. Toen heb ik haar verteld dat er voor verzoening toch echt meer nodig is dan enkel het horizontale, namelijk bekering van mensen, en dat het christelijk geloof precies daarop aanstuurt. Zulke mensen kan ik dus ook iets meegeven, bijvoorbeeld dat er echt meer is dan dit leven.” Haak vertelt dat vluchten van de MAF altijd vooraf worden gegaan door gebed en dat hij de kennis van wat zijn passagiers bezighoudt dan goed kan gebruiken.
Bidden voor een veilige vlucht is evenmin overbodig. Sinds hij eind vorig jaar Lesotho verwisselde voor Kenia en Zuid-Sudan moest Haak wennen aan de enorme afstanden. „Lesotho is kleiner dan Nederland; ons land past maar liefst zeventien keer in Zuid-Sudan. En wat denk je dat de afstand is tussen Doro (Maban) en Juba? Zo’n 500 kilometer!”
Een echte uitdaging zijn de start- en landingsbanen. „Het regenseizoen is hier echt iets nieuws voor mij, want dan wordt het één grote blubberboel. Landen doe je dan op modderige banen en daarbij kun je flink wegzakken. Bij het opstijgen moet je rekening houden met je lading –niet te zwaar– want zo’n bodem remt je af.”
Toch loopt Haak niet zozeer vast op de landingsbaan of bij het taxiën, maar wel (in figuurlijke zin) door allerlei nieuwe regelgeving. „Zuid-Sudan is een land in opbouw en de kans is daardoor groot dat mensen ineens iets nieuws hebben geregeld waar we als vliegers plotseling aan moeten voldoen.”
En dan is er nog de onveiligheid vanwege gewapende bendes en militairen. „De weg naar Maban is ronduit gevaarlijk, de kans dat je overvallen wordt, is er vrij groot. Via de lucht is het het veiligst, en dat zal nog wel lang zo blijven. Een land dat zo veel jaren burgeroorlog heeft gekend, heb je ook qua veiligheid niet zomaar op de rails.”
Lees hier meer over de RD-actie voor Zuid-Sudan.