OM vraagt celstraf voor dood „Haagse Rinus”
DEN HAAG (ANP). De man die Haagse Rinus in februari zou hebben doodgeschoten, moet daarvoor een celstraf krijgen. Dat meent het Openbaar Ministerie (OM) dat maandag bij de rechtbank in Den Haag 10 jaar voor de vermeende schutter Raymond K. vroeg.
Rini van Setten kwam in februari naar het huis van medeverdachte Ronald D. in Scheveningen. Daar zou Van Setten een gesprek hebben over toetreding tot motorclub Satudarah en een eerder conflict tussen hem en D. Dat liep uit de hand, waarop K. Rini door zijn hoofd zou hebben geschoten.
De aanklager vindt dat er te weinig bewijs is om ook D. te veroordelen voor de dood van Van Setten. Wel moet D. 2 jaar krijgen voor het wegmaken van het lijk. Tegen Bram G.M. eiste het OM 1,5 jaar, eveneens voor het wegmaken van het lijk. Alle verdachten zijn lid van Satudarah.
K. vertelde de rechtbank dat hij Van Setten met het wapen op diens hoofd wilde slaan en dat het wapen toen afging. Het OM gelooft dat verhaal niet. Uit forensisch onderzoek blijkt dat het schot van enige afstand van het slachtoffer moet zijn gelost. Van Setten werd in zijn hoofd geraakt en was op slag dood.
De mannen verpakten het lijk in een rol zijl en laadden het in een auto. D. en K. reden een dag later naar Bergambacht om het lijk te dumpen in de Lek. Omdat het lijk van Haagse Rinus te zwaar was, besloten ze het niet in het water, maar onder aan de dijk te dumpen. Daar werd het lijk vrij snel gevonden.
Aanvankelijk wilden de verdachten niets verklaren, omdat ze de erecode van de motorclub niet wilden verbreken. Die schrijft voor dat leden niet met de politie praten. Toen een hoger Satudarahlid een verklaring aflegde, voelden de verdachten zich ook vrij om hun verhaal te doen.
Dat hogere Satudarahlid gold ook enige tijd als verdachte. Op een mes onder het lijk van Van Setten, werden dna-sporen van hem gevonden. Dat mes bleek van K.