Dat zei een woordvoerster van het Nederlandse team, dat maandagmiddag voor het eerst op zoek ging naar slachtoffers van het door een cycloon getroffen Aziatische land. De twee gevonden doden zijn al door een Koreaans team geborgen. Vier honden en drie begeleiders van de stichting Signi Zoekhonden speuren in de getroffen stad Tacloban naar lichamen van slachtoffers.

Medewerkster Janette Kruit sprak eerder op de dag van een „woestenij”. „Er is veel kapot, er is veel leed en er zijn veel gedupeerden.” Overlevenden verwacht het team, dat vrijdag met een hulptransport van de KLM naar het land vertrok, niet te vinden. De vloedgolf die met de tyfoon gepaard ging, was daarvoor te verwoestend.

In de regio Tacloban zijn al ruim 1900 doden geborgen. Maar er zijn mogelijk nog ongeveer 4000 vermisten in het gebied. Het is zaak lichamen snel te bergen om uitbraak van ziektes te voorkomen. De hulpverlening is door de autoriteiten enorm goed georganiseerd, vindt Kruit. „Ik heb het na een ramp zelden zo gestructureerd meegemaakt.”

Het team gaat de komende dagen nog door met het werk. De honden zijn getraind op het zoeken naar vermiste mensen in rampgebieden, levend of dood. De honden werden al eerder ingezet bij rampen in het buitenland, zoals in Japan dat in 2011 werd getroffen door een tsunami en in 2010 in Haïti, waar een zware aardbeving was.