Economie

Duitse inspectie stopt onderzoek naar Katwijkse rederij

De grote zeevisserij, in vroeger tijden Hollands trots, lijkt tegenwoordig in een kwade reuk te staan. Greenpeace roept dat ‘monsterschepen’ de wereldzeeën leegvissen en spant samen met televisieprogramma’s zoals Nieuwsuur en Zembla. Vooral de Katwijkse rederij Parlevliet & Van der Plas moet het ontgelden, maar kreeg onlangs een opsteker.

21 November 2013 18:57Gewijzigd op 15 November 2020 07:12
Het uitvlaggen van schepen komt in de visserij veel voor. Foto: de Annelies Ilena (KW 174) vaart onder Nederlandse vlag. beeld PP
Het uitvlaggen van schepen komt in de visserij veel voor. Foto: de Annelies Ilena (KW 174) vaart onder Nederlandse vlag. beeld PP

In de spreekkamer hangt een enorme wereldkaart van Amerikaanse makelij, met de beide Amerika’s in het centrum. De oceanen trekken haast automatisch de aandacht. Diederik Parlevliet wijst aan waar de schepen van Parlevliet & Van der Plas (PP) hun werkgebied hebben: de noordelijke Atlantische wateren, voor de westkust van Afrika, voor de kust van Chili en ten zuiden van Australië. Tien trawlers vissen daar op pelagische soorten, vissen die in scholen zwemmen en in de hele waterkolom leven: haring, makreel, horsmakreel, blauwe wijting, sardien en sardinella. De vis wordt aan boord ingevroren. Hij is bestemd voor menselijke consumptie. Meer dan 90 procent wordt verkocht in armere landen, veelal in Afrika, zoals Ghana, Nigeria en Kameroen. De bevolking daar is blij met deze betaalbare bron van hoogwaardig eiwit.

De schepen zijn groot, ze hebben lengtes tot 140 meter. Parlevliet, CEO (algemeen directeur) van PP, legt uit: „Onze schepen gaan ver van huis, ze zijn vier tot zes weken op zee. Al die tijd wordt de gevangen vis meteen ingevroren en opgeslagen in de buik van het schip. Maar het is wel heel populistisch om te roepen dat wij de zee leegvissen. Die grootte zegt niets over de vangstcapaciteit. Wij kunnen niet meer vangen dan we kunnen verwerken, gemiddeld zo’n 250 ton per dag. Schepen van 60 meter die dagelijks naar de haven varen en de vis aanvoeren bij een fabriek aan de wal, vangen op jaarbasis twee keer zo veel vis als onze schepen.”

De soorten waar PP op vist, worden beheerd door middel van internationale afspraken. Elk jaar worden de vangstquota vastgesteld aan de hand van adviezen van biologen. Het beheer is gericht op het behoud van gezonde vispopulaties. Parlevliet vindt dat belangrijk. „Wij vissen de rente op; het kapitaal zelf moet in zee blijven.”

Er zijn meer regels. Parlevliet noemt een voorbeeld. „Als we vissen voor de kust van Mauritanië, werken we met Afrikaans personeel en hebben we waarnemers uit dat land aan boord. Dat is zo met de Europese Unie afgesproken. Sommige ngo’s (niet-gouvernementele organisaties, zoals milieugroeperingen, TR) roepen dat wij de vis van kleine lokale vissers wegvangen. Maar ook dat is onzin. Die vissen dicht bij de kust op duurdere soorten, zoals inktvis, die ze naar Europa exporteren. Onze vis zwemt een eind uit de kust en wordt allemaal in West-Afrika verkocht.”

PP is de grootste van de vier rederijen op pelagische vis die Nederland nog telt. Het Katwijkse familiebedrijf heeft diverse dochterondernemingen in andere Europese staten. Daarmee profiteert het van de visquota van die landen. Dit zogenoemde uitvlaggen van schepen is ook in de kottervisserij sinds jaar en dag gemeengoed en legaal.

Geen goede pers

De laatste anderhalf jaar is PP enkele keren het mikpunt geweest van campagnes van de milieubeweging. De beschuldigingen raken kant noch wal, vindt Parlevliet, maar hij erkent dat het bedrijf geen goede pers heeft. „Wij zijn vissers, geen media-experts. We streven naar een goed overleg met ngo’s en meestal lukt dat ook. Bij sommige echter niet.” Namen wil hij niet noemen. „Het heeft geen zin om de verhoudingen nog verder op scherp te zetten.”

Het is echter wel duidelijk dat Greenpeace in Katwijk geen vrienden heeft gemaakt. In mei probeerde de milieuorganisatie het vertrek van de Jan Maria uit de haven van IJmuiden te voorkomen. Tegen dat schip liep een onderzoek bij de Duitse visserijinspectie BLE. Een gevoelige kwestie. Begin dit jaar bracht een Duitse oud-stuurman van de Jan Maria, die vaart onder Duitse vlag, naar buiten dat de kapitein er een dubbele boekhouding op na zou houden: een officiële, met de verplichte opgave aan de autoriteiten van de aan land gebrachte haringvangst, en een schaduwboekhouding met de hoeveelheid vis die daadwerkelijke gevangen zou zijn. Die laatste zou veel hoger zijn dan de eerste. Een deel van de vis, volgens de oud-stuurman kleinere harinkjes die een lagere prijs zouden opbrengen, zou overboord zijn gezet om ruimte te maken voor extra te vangen grotere exemplaren. Deze truc, feitelijk oneigenlijke invulling van de quota, wordt highgrading genoemd en is streng verboden.

Greenpeace stapte met de documenten naar het tv-programma Nieuwsuur, dat in maart een uitzending bracht. De Jan Maria zou miljoenen kilo’s goed eetbare vis overboord zetten, louter uit winstbejag. Concurrent Zembla pakte het onderwerp twee maanden later op en betrok twee andere incidenten met schepen van de Katwijkse rederij in het verhaal: het opbrengen van de Maartje Theadora in december vorig jaar door de Franse autoriteiten en de blokkade in 2012 door de Australische regering van de Abel Tasman, die bij Tasmanië zou gaan vissen. Dat laatste gebeurde na een door Greenpeace gestarte campagne.

In de kwestie rond de Jan Maria werd PP eind oktober van alle blaam gezuiverd. De Duitse visserijinspectie BLE kwam na uitgebreid onderzoek tot de conclusie dat er geen aanwijzingen waren voor highgrading. Wel kreeg de kapitein van het schip een „viercijferige” boete voor een administratieve onnauwkeurigheid, bevestigt een woordvoerder van BLE. Ook de Nederlandse staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) verdenkt PP niet van highgrading, schreef ze vorige week aan de Tweede Kamer, die na de televisie-uitzendingen in een motie van PvdD-Kamerlid Ouwehand om opheldering had gevraagd.

Parlevliet legt uit dat elke schipper persoonlijke aantekeningen maakt over de visreizen. Het gaat om technische gegevens en ook om een ruwe schatting van de vangst per trek, bedoeld om opgedane kennis te bewaren. „Die aantekeningen staan los van de daadwerkelijke vangst en verwerking van vis. Die laatste worden in het logboek vastgelegd en dagelijks opgegeven aan de autoriteiten.” De Duitse oud-stuurman die de zaak naar buiten bracht, handelde volgens Parlevliet uit rancune omdat zijn contract niet was verlengd. „Hij heeft stiekem kopieën gemaakt van de aantekeningen van de kapitein en van het logboek.”

Volgens Parlevliet is het dumpen van laagwaardige vis niet aan de orde en zou zijn bedrijf daar geen enkel commercieel belang bij hebben. „Onze haring verkopen we voor 95 procent buiten de EU. Of ze groot is of klein maakt voor de prijs helemaal niets uit.” De enige vis die overboord gaat, is vis die niet aan de wettelijke minimummaat voldoet. „Bij haring is dat ongeveer een half procent, bij makreel maximaal 4 of 5 procent.”

Bespottelijk

De Franse kwestie is ronduit bespottelijk, vindt Parlevliet. „We zijn bekeurd voor het vissen met te grote maaswijdte”, grimlacht hij. „Dat slaat nergens op! Met grotere mazen vang je juist minder vis.”

De Maartje Theadora was vorig najaar vanuit IJmuiden vertrokken voor een visreis. Eerst werd bij de Shetlandeilanden gevist op makreel. Dat gebeurt met netten met een maaswijdte van 60 millimeter. Later voer het schip naar het Kanaal om in de Franse economische zone te gaan vissen op haring, met de daar voorgeschreven maaswijdte van 32 tot 54 millimeter.

„In het logboek had de schipper vergeten om de visserij met maaswijdte 60 millimeter tijdens het vervolg van de reis om te zetten naar maximaal 54 millimeter, de netten waarmee hij toen daadwerkelijk viste. De Franse controledienst ontdekte dat en stelde een administratieve overtreding vast. Daar kreeg de schipper een boete voor van 20.000 euro. Maar nu komt het: de Fransen hebben het schip opgebracht naar Cherbourg en de lading verbeurd verklaard. Dat is in Frankrijk, en alleen daar, een standaardmaatregel als ze een fout constateren. De Urkers weten ervan mee te praten. Op dat moment moesten wij kiezen: of het schip drie maanden stilleggen in afwachting van de rechtszaak, of onze eigen vis terugkopen. We hebben het laatste gedaan en 580.000 euro betaald. Bij drie maanden stilleggen was de schade zeker drie keer zo groot geweest.”

Het tv-programma Zembla sprak over deze kwestie met een medewerker van de Franse kustwacht. De man heeft het over ”illegale vis”. Ook fulmineert hij voor de camera tegen grote schepen die steeds vaker naar het Kanaal komen. Een kenner ontdekt dat hij daarbij zinspeelt op de flyshooters (kotters) uit Urk die elke winter voor de Franse kust vissen, waarover de afgelopen jaren verschillende keren conflicten tussen Franse en Nederlandse vissers zijn geweest. Maar dat is een totaal andere visserij dan die van de Maartje Theadora.

Parlevliet vindt de subtiele beschuldigingen richting PP erg onrechtvaardig. Hij heeft een duidelijke les getrokken uit de Franse kwestie: „Achteraf hadden we de boot moeten laten liggen, al had het een jaar geduurd. We moesten meteen tekenen dat we van verdere rechtsgang afzagen. En nu wordt ons in de schoenen geschoven dat we daarmee schuld hebben bekend.”

Joint venture

De Australische kwestie zette in Katwijk ook kwaad bloed. „Wij hebben een joint venture gesloten met een Australische partner, die de visquota in bezit heeft. We hadden alles vooraf doorgesproken met alle partijen: de regering, het ministerie van Visserij, de biologen en de lokale ngo’s. Alle lichten stonden op groen. We hadden de quota, de licentie, alles was rond voordat we uit IJmuiden vertrokken. Het schip zou op jaarbasis 20.000 ton makreel en horsmakreel opvissen, onder Australische vlag.”

Een paar jaar geleden werd dezelfde hoeveelheid vis nog opgevist door kleinere schepen en in fabrieken verwerkt tot visvoer. De Abel Tasman zou de vis echter invriezen en verkopen voor menselijke consumptie. De visserijmethode of de hoeveelheid gevangen vis veranderde daarbij niet. En toch had de Greenpeacelobby effect: de Australische overheid veranderde de wet om twee jaar aanvullend onderzoek te doen naar de invloed van visserij op de visstand en het mariene ecosysteem.

Maar toen het schip onderweg was, zwengelde Greenpeace een publieke discussie aan. „Het was het oude verhaal: een groot schip, dat de Australische vis kwam wegvangen”, zegt Parlevliet. In deze zaak kreeg de Katwijkse rederij overigens alle steun van de Europese Commissie en van de Nederlandse regering. „Het ging om een politieke boycot van een Europees bedrijf dat daar legaal ging vissen.”

Het schip heeft zes maanden stilgelegen. De Australische partner van PP heeft een schadeclaim ingediend vanwege onrechtmatige intrekking van de visserijlicentie. „We zien de uitspraak van de rechter met vertrouwen tegemoet”, zegt Parlevliet.

Na de uitkomst van de Duitse visserijinspectie heeft Zembla de verklaring op zijn website gezet. Nieuwsuur heeft nog niets van zich laten horen. Beide programma’s reageren niet op een verzoek van deze krant om een reactie. Greenpeace belt wel terug maar wil niet reageren op de Duitse beslissing. „Wij willen eerst hun overwegingen weten. Die hebben we tot nu toe niet gekregen”, zegt een woordvoerder van de milieuorganisatie.



RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer