Ds. Prosman: Prediking is te veel gemeentegericht
WOUDENBERG. De prediking is de laatste decennia „meer gemeentegericht dan brongericht” geweest, aldus dr. A. A. A. Prosman. De emeritus predikant sprak woensdagmiddag in Woudenberg tijdens een studiedag van de Gereformeerde Bond.
Het thema van de jaarlijkse studiedag was ”Profetisch verstaan van de tijd”. De bijeenkomst werd door ruim honderd ambtsdragers en gemeenteleden bijgewoond.
Ds. A. J. Mensink, predikant in Krimpen aan den IJssel en voorzitter van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk, opende de studiedag naar aanleiding van Joël 1. Hij stelde dat Bijbelse profetie in de eerste plaats over het heden gaat, en in het verlengde daarvan over de toekomst. Verder wees hij erop dat Joël was geroepen om met het Woord te midden van zijn volk te staan.
De hoofdlezing hield dr. Prosman, over ”Profetisch staan in 2013”. De emeritus uit Nijkerk begon met een anekdote. Een wandelaar komt drie metselaars tegen. Op de vraag wat hij doet, antwoordt de eerste: Ik verdien mijn brood. De tweede antwoordt: Ik metsel een mooie muur. De derde antwoordt: Ik bouw een kathedraal. In dit verhaal ziet dr. Prosman een beeld van hoe mensen tegen het ambt en het christen-zijn kunnen aankijken. „Je kunt het heel klein maken en als iets onbelangrijks voorstellen. Je kunt het ook zien in perspectief.”
De predikant wees erop dat „we leven in een cultuur van onttovering”, en dat daardoor ook de kijk op het ambt is veranderd. „Ambtsdragers zijn geworden als metselaars die zeggen: Wij leggen stenen, meer niet. Dat is best tragisch.”
In de samenleving heerst veel onzekerheid, constateerde dr. Prosman. Die ziet hij ook in de kerk. „Er is een gevoel van leegte, van vervaging van godsbesef. Wat is de remedie? Kan die iets anders zijn dan een intense studie van de Bijbel?” Hij stelde dat de prediking de laatste decennia „meer gemeentegericht dan brongericht” is geweest. „Predikanten zijn te veel bezig met de vraag: komt de preek wel over? Vaak is de prediker te snel klaar met de uitleg. Het gaat erom net zo lang met de Bijbel bezig te zijn totdat de tekst zijn geheim prijsgeeft.”
Ook als de kerken niet leger zouden worden, zou er volgens dr. Prosman een „dieper liggend” probleem zijn in de cultuur. „De samenleving als geheel keert zich definitief af van het christelijk geloof. Er is wel religie, maar een religie waarin over zonde niet meer wordt gesproken. Dan wordt ook de verzoening overbodig. Religie blijft als een vorm van inspiratie, van zingeving.”
Emeritus predikant ds. C. Blenk uit Lienden reageerde in een coreferaat op dr. Prosman. Hij gaf aan dat hij een „brongerichte” en „gemeentegerichte” prediking niet als een tegenstelling ervaart, maar als twee polen die een noodzakelijke spanning oproepen: „Alleen tussen polen vonkt het.”
Na het hoofdprogramma konden workshops worden bijgewoond. Die gingen onder andere over ”Profetisch (s)preken in de taal van deze tijd” en ”Een passende gestalte van de kerk anno 2013”. De dag werd afgesloten met een forumgesprek onder leiding van drs. P. J. Vergunst, secretaris van de Gereformeerde Bond. Forumleden waren, behalve de hoofdsprekers, ds. L. Wüllschleger en ds. J. Holtslag.