Volgens directeur–generaal Brouwers van de Rijksvoorlichtingsdienst heeft de landsadvocaat inmiddels een verweerschrift bij de rechtbank in Den Haag ingediend. De rechtbank moet nu een datum gaan bepalen om dit verweer te gaan behandelen.

Brouwers stelde namens de landsadvocaat dat het verzoekschrift geen enkele feitelijke onderbouwing heeft. „Ook op vragen naar die onderbouwing, is die motivatie niet gekregen", verduidelijkte hij. „De zaak is uitgebreid in het parlement behandeld en de Staat ziet dan ook geen enkele reden om in te gaan op het verzoek de getuigen te horen."

Door de ondervragingen willen de raadslieden B. Böhler en V. Koppe bewijs verzamelen dat de Nederlandse Staat onrechtmatig tegen Margarita en haar man, Edwin de Roy van Zuydewijn, heeft gehandeld. „Onze cliënten gaat het er met name om dat dit aan het licht komt", zei Böhler toen het verzoek om de getuigenverhoren werd ingediend. „Ze willen graag duidelijkheid hoe alles is gegaan en ze willen aantonen dat de Staat niet op deze manier mocht handelen."

Een voorlopig getuigenverhoor is bedoeld om partijen in de gelegenheid te stellen om bewijs te verzamelen. Aan de hand daarvan kan zo’n partij uiteindelijk bepalen of ze genoeg bewijsmateriaal heeft om een juridische procedure te beginnen.

Böhler wilde woensdag niet reageren op het verweerschrift van de landsadvocaat. „Dat komt tijdens de rechtszitting hierover wel aan de orde."

Margarita en De Roy van Zuydewijn vinden dat de Nederlandse Staat en het Koninklijk Huis hun privacy ten onrechte hebben geschonden. Het Koninklijk Huis heeft Margarita en haar man volgens het paar tegengewerkt, omdat de familie van de prinses De Roy van Zuydewijn niet moest. Daardoor leed het bedrijfje van hem schade, zo stelt het echtpaar.

Margarita en haar man deden eerder ook aangifte tegen voormalig premier Kok en ex–minister van Binnenlandse Zaken, De Vries. Zij beschuldigden de vroegere bewindslieden van valsheid in geschrifte, schending van hun ambtsgeheim, oplichting en ambtsdwang. Ze waren ook van mening dat deze bewindslieden ten onrechte hebben verzuimd te onderzoeken of het Koninklijk Huis hun privacy inderdaad heeft laten schenden. Uiteindelijk hebben minister Donner van Justitie en het Openbaar Ministerie besloten hiernaar geen strafrechtelijk onderzoek te doen.

Naast prins Bernhard en de vader van Margarita willen Böhler en Koppe ook directeur F. Rhodius van het Kabinet der Koningin aan de tand voelen. Hij gaf opdracht voor een omstreden BVD–onderzoek naar De Roy van Zuydewijn. Prins Bernhard is samen met de vader en oudste broer uiteindelijk ingelicht over een deel van de resultaten van dat onderzoek.