Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) komt daarmee tegemoet aan SGP en ChristenUnie, die woensdag aandrongen op een nieuwe regeling.

De oude landelijke regeling voor uitstapprogramma’s van december 2008 liep tot 1 juli 2011. Dertien gemeenten maakten daarvan gebruik. Ruim 1700 prostituees meldden zich sindsdien aan voor een uitstaptraject. Uit de registratie van de hulporganisaties valt af te leiden dat meer dan de helft van hen ten minste tijdelijk stopte met werken in de prostitutie, zo bleek onlangs uit een evaluatie. In hoeverre ze duurzaam uitstroomden, is onbekend.

Vanaf 2011 werden gemeenten verantwoordelijk voor de programma’s, maar nieuwe initiatieven bleven sindsdien uit. De projecten die intact bleven, staan financieel onder druk. Voor de nieuwe regeling is vier jaar lang jaarlijks 3 miljoen euro beschikbaar. Bij de introductie van de regeling speelt mee dat een nieuwe prostitutiewet die was bedoeld om de sociale positie van sekswerkers te versterken onlangs aanzienlijk in de Senaat werd afgezwakt.

Op initiatief van SGP en CU is het kabinet verder bereid om jaarlijks 5,5 miljoen euro extra te investeren in de re-integratie van ex-gedetineerden. Een deel van het bedrag, 3 miljoen, is bedoeld om het inkopen van extra beddencapaciteit mogelijk te maken bij instellingen die opvang bieden aan ex-gedetineerden. Door een nieuwe manier van budgetteren liepen de inkomsten van dergelijke organisaties recent fors terug. De resterende 2,5 miljoen is bedoeld voor gemeenten en maatschappelijke instellingen die ex-gedetineerden helpen bij het vinden van een woning of een baan.

Ook steekt het kabinet 1,5 miljoen euro in organisaties voor vrijwilligerswerk onder gedetineerden. Een deel van de subsidie komt vooral ten goede aan organisaties die kans zich om ook andere inkomstenbronnen aan te boren dan alleen de overheid, bijvoorbeeld fondsen voor goede doelen.