Opinie

Stoppen met behandelen patiënt soms beter

Het is uit christelijk oogpunt verantwoord om in sommige gevallen te stoppen met de behandeling van een zieke, stellen Stef Groenewoud en Geert Jan Spijker.

Stef Groenewoud en Geert Jan Spijker
19 November 2013 13:15Gewijzigd op 15 November 2020 07:08
beeld ANP
beeld ANP

Wie ”De navolging van Christus” van Thomas van Kempen leest, proeft daarin een visie op leven en dood die haaks staat op de huidige. Bij Thomas is het leven vooral een voorbereiding op het sterven, op het hiernamaals. Hij had een sterk besef dat het sterven erbij hoort en dat het echte, volle leven pas hierna begint.

Wat een contrast met de huidige samenleving. In onze westerse cultuur gaat het om het leven voor de dood, om het hiernumaals. Het Humanistisch Verbond adverteert met de tekst: „Wij geloven in het leven voor de dood.”

Dit levensbesef heeft belangrijke gevolgen voor onze visie op gezondheid en zorg. Als dit leven alles is, moet alles eruit worden gehaald. We zien een streven naar volmaaktheid: we willen perfecte lichamen, zonder flaporen, zonder rimpels. En als we ziek worden willen we de dood zo lang mogelijk uitstellen. Dit levert een behandelgerichte cultuur op, waarin moeite heerst met acceptatie van gebrokenheid. Door recente onderzoeken wordt steeds duidelijker dat overbehandelen een reëel thema is.

Langdurig onderzoek in de Isala klinieken te Zwolle toont bijvoorbeeld aan dat longkankerpatiënten tegenwoordig tot gemiddeld drie maanden voor hun dood worden doorbehandeld, terwijl dit tien jaar geleden nog vijf maanden was. Overbehandelen is niet te veel van het goede is (baat het niet, schaadt het niet), maar voegt leed toe aan de patiënt (baat het niet, schaadt het toch).

Recente publicaties uit de Verenigde Staten laten bovendien zien dat op korte termijn geen (vanzelfsprekende) kentering in dit behandelparadigma te verwachten is. Vergelijkend onderzoek over de jaren 2000 tot heden toonde weliswaar een afgenomen percentage mensen dat uiteindelijk in ziekenhuizen overlijdt, maar een fors toegenomen behandelintensiteit voor het overlijden (zoals ic-opnames en verplaatsingen van patiënten tot drie dagen voor het overlijden).

Eindig

Steeds duidelijker wordt dat dit alles een samenspel is tussen artsen en patiënten. Een studie van ethicus Theo Boer en anderen doet een oproep aan artsen om open te zijn en op te passen met maar hoop blijven bieden. Patiënten zouden geholpen zijn met meer bewustzijn dat het leven eindig is.

Het is zaak de financiële prikkels anders te stellen, omdat doorbehandelen tot nu toe lonend is. Vergoed bijvoorbeeld ook adviesgesprekken over behandelopties. Goed geïnformeerde patiënten blijken vaak voor niet behandelen of minder belastende behandelingen te kiezen. Als artsen in gesprekken goed uitleg geven over effecten en risico’s van een behandeling zullen patiënten dat reëler inschatten (Shared decision making). Dat vergroot de kwaliteit van zorg en scheelt in de kosten.

Een andere mogelijke interventie is advance care planning (ACP), een systematisch proces van het bespreken van doelen en voorkeuren voor zorg, met patiënt, naasten en zorgverleners voor een moment dat de patiënt zelf niet meer in staat is beslissingen te nemen. De uitkomsten daarvan worden vastgelegd in een document. Het terugblikkend levensverhaal is in ons land al bekend, maar het vooruitblikkend benoemen en opschrijven van de levensdoelen komt nog weinig voor.

Toepassing van ACP zorgt ervoor dat er rond het levenseinde minder onnodige zorg wordt geconsu-
meerd. Er zijn onder andere minder onnodige opnamen, en minder onnodige en intensieve behandelingen. Patiënten en familieleden waarderen de kwaliteit van de zorg die wel wordt geleverd veel hoger en ervaren minder stress in de laatste levensfase. ACP zou goed toepasbaar zijn voor onder anderen chronisch zieken, kwetsbare ouderen en kankerpatiënten.

Zinvol sterven

Zeker ook in een christelijke visie is het zeer verantwoord om als patiënt in bepaalde gevallen geen curatieve behandeling meer te ondergaan. We zijn te zeer gefocust geraakt op genezing en levensverlenging, ten koste van alles.

Tegen deze achtergrond is het goed om de vraag naar zinvol sterven nader te onderzoeken. Hoe belangrijk dat is, blijkt onder meer uit het feit dat de helft van de mensen die graag thuis willen sterven uiteindelijk ergens anders overlijdt.

We zijn verantwoordelijk voor hoe we met onze gezondheid omgaan. We mogen ons leven niet vergooien en bij ziektebestrijding mogen we dankbaar gebruikmaken van de medische mogelijkheden die God ons in Zijn schepping heeft meegegeven. Momenteel schieten we echter door. Er heerst een bijna religieus geloof in die technische vooruitgang en medische wetenschap.

Christenen gaan uit van hoop. Dat is wat anders dan optimisme over menselijke mogelijkheden. Gebrokenheid is niet door mensen uit te roeien. Leven en sterven ontvangen we uit Gods hand.

De auteurs schreven mee aan de gisteren verschenen publicatie ”Zorg met een hart” van het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer