Kerk & religie

Oordeel

2 Kronieken 28:10

19 November 2013 08:28Gewijzigd op 15 November 2020 07:07

„Bij u zijn schulden tegen de Heere uw God.”

Wat God eenmaal zei, zal Hij zeker vervullen. Hoort dan hoe Hij Israël bedreigde toen het Zijn heerlijke Naam niet vreesde: „Dan zal de Heere uw plagen wonderlijk maken, mitsgaders de plagen van uw zaad. Het zullen grote en zekere plagen, en boze ziekten zijn. Alle krankheden en alle plagen, die zelfs in het boek van de wet niet geschreven zijn, zal de Heere over u doen komen, totdat gij verdelgd wordt. De Heere zal u verstrooien onder alle volkeren, van het ene einde van de aarde tot aan het andere einde. De Heere zal u een bevend hart geven, bezwijking van de ogen en matheid van de ziel. U zult dag en nacht schrikken en zult uw leven niet zeker zijn; ’s morgens zult u zeggen: „Och, dat het avond was!” ’s Avonds zult u zeggen: „Och, dat het morgen was!”

Zo’n oordeel wordt er door God uitgesproken over hen die Zijn heerlijke Naam niet vrezen. Hoe vaak wordt in ons land die heilige, heerlijke Naam van God misbruikt. Hoeveel vloekers en zweerders zijn er. Hoe diep bent u gezonken. Hoeveel verschilt u van de eerste tijden van de Hervorming. God kent u allen in deze gemeenten, in ons vaderland. Maar Hij zal hen niet onschuldig houden. O land! Bij u is een grote schuld tegen de Heere uw God.

Ds. G. F. Gezelle Meerburg,
predikant te Almkerk

(”Leerredenen”, 1850)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer