Georgië vreest economische ineenstorting
De tijdelijke president van Georgië, Nino Boerdzjanadze, heeft dinsdag gewaarschuwd voor een economische ineenstorting van haar land. De voormalige Sovjetrepubliek staat bij het buitenland voor 1,5 miljard euro in het krijt en dreigt onder deze last te bezwijken. Boerdzjanadze heeft dinsdag per decreet de noodtoestand opgeheven.
De economie staat er slechter voor dan we dachten, verklaarde Boerdzjanadze tijdens een bijeenkomst met regeringsfunctionarissen in de Georgische hoofdstad Tbilisi. Als reactie kondigde de Georgische minister van Financiën, Gogiasjvili, zijn aftreden aan. Volgens hem kampt Georgië met een begrotingstekort van bijna 100 miljoen euro.
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) trok zijn handen van Georgië af toen de vorige regering, van president Sjevardnadze, weigerde de economie te saneren. De afgelopen dagen waren al andere ministers uit deze regering opgestapt.
Boerdznajadze, die zondag na een volksopstand officieel het roer van Sjevardnadze overnam, kondigde radicale hervormingen aan. Ook verklaarde ze dat ze het buitenland met spoed om geld gaat vragen. Buurland Rusland beloofde al door te gaan met de levering van elektriciteit.
Boerdznajadze voert woensdag overleg met een vertegenwoordiger van het IMF over de eventuele rol van het fonds bij het op orde brengen van de Georgische begroting. De nieuwe leiding hoopt verder op financiële hulp voor de presidentsverkiezingen op 4 januari.
Het Georgische parlement besloot dinsdag dat het land begin januari weer naar de stembus kan. De volksvertegenwoordiging hoopt met de verkiezingen de stabiliteit in het land te herstellen. Een datum voor parlementsverkiezingen is nog niet vastgesteld. Boerdzjanadze heeft beloofd dat de verkiezingen „democratisch en rechtvaardig” zullen verlopen. „Ik zal er alles aan doen om de stabiliteit en vrede in dit land te waarborgen.”
Het hooggerechtshof in Georgië had eerder op de dag de uitslag van de parlementsverkiezingen van 2 november wegens fraude ongeldig verklaard. Deze verkiezingen waren aanleiding voor een oproer van Sjevardnadze-tegenstanders, die woedend waren over het geknoei met de uitslag. De uitspraak van het hooggerechtshof betekent dat de 150 leden van het parlement die in 1999 werden gekozen, voorlopig in functie blijven.
Interim-president Boerdzjanadze hief dinsdagavond per decreet de noodtoestand op. De zondag opgestapte Sjevardnadze had de noodtoestand zaterdag afgekondigd, nadat demonstranten het parlement hadden bestormd.