„Spotje Hoorstichting bewust schokkend”
Schokkend, kwetsend en smakeloos. Dat zijn de belangrijkste bezwaren tegen een tv-spot van de Nationale Hoorstichting. Tegenover de Reclame Code Commissie ontkent de stichting de inhoud van de bezwaren niet. „Bewust is voor een indringende boodschap gekozen om het thema slechthorendheid beter op de kaart te zetten.”
De spot werd op de publieke omroep zestig keer uitgezonden tijdens de week van het Oor (van 3 tot 9 november). In het gewraakte spotje schept een vrachtwagen een man van middelbare leeftijd na het verlaten van een taxi. Hij hoort noch de waarschuwing van de taxichauffeur, noch de met hoge snelheid naderende vrachtauto. De man is slechthorend, stapt gewoon uit en wordt letterlijk weggevaagd. Hoe dat gebeurt laat de commercial gelukkig niet zien, het piepen van de remmen is het laatste wat we horen.
De spot is een aantal mensen in het verkeerde keelgat geschoten. Zo ontving de Nationale Hoorstichting 25 boze mails. Dat de boodschap een realistisch karakter had, bleek uit de reactie van iemand die een soortgelijk ongeval van nabij meemaakte. Verder werden bij de STER vijftien klachten ingediend en stapten vier mensen naar de Reclame Code Commissie (RCC). Twee van deze klachten zijn ontvankelijk verklaard en dinsdag door de RCC behandeld.
Volgens de directeur van de hoorstichting, H. ten Berge, sloot de campagne nauw aan bij een eerdere vuurwerkcampagne van de ideële stichting SIRE. Daarin werden verminkingen bij jongeren getoond, ontstaan als gevolg van het verkeerd gebruik van vuurwerk. De reclamecampagne had als motto ”Je bent een rund als je met vuurwerk stunt”.
„Wij hebben gezegd: „Je ben een rund als je je oren niet het beste gunt.” Ook in dat opzicht sloten we nauw aan bij de SIRE-campagne”, verklaarde Ten Berge. Volgens hem zijn de nadelige gevolgen van slechthorendheid vergelijkbaar met het gevaar van vuurwerk. „Het drama erachter is behoorlijk groot. We hebben het wel over volwassen mensen, vijftigplussers, maar ze vertonen in veel opzichten het gedrag van jongeren. Ze negeren het probleem, lopen er omheen. Hun probleem wordt zelfs een ander in de schoenen geschoven door vaak te vragen „of het niet wat rustiger kan.””
Zijn stichting restte volgens Ten Berge weinig andere dan een indringende en confronterende aanpak. „Er zijn nu 450.000 hoortoestellen in omloop, dat moeten er circa 900.000 zijn.” Ondanks alle inspanningen is het de hoorstichting tot op heden niet gelukt daarin ingrijpende veranderingen in aan te brengen. De „impactvolle” aanpak werd ondersteund door een uitgebreide (folder)campagne voorafgaande aan en tijdens de week van het Oor.
De verwijzing van de Hoorstichting in die folders naar vele adressen van winkels met hoortoestellen, was volgens Ten Berge onvermijdelijk. In antwoord op kritische vragen vanuit de commissie over de commerciële doeleinden achter de campagne, zei hij dat de aanschaf van hoortoestellen „nu eenmaal onvermijdelijk is om een doorbraak te bereiken. Maar het gaat de branche echt niet om een snel winstje.” Bovendien heeft de hoorstichting weinig geld voor dure campagnes, zodat de gekochte tv-zendtijd effectief moest worden benut.
De klagers, twee in Amsterdam woonachtige personen, waren tijdens de zitting niet aanwezig. De Reclame Code Commissie doet in de loop van december uitspraak over het kwetsende karakter van het spotje.